452

OVER DEN GEESTELIJKEN EIGENDOM.

te miskennen van vreemdelingen, alleen omdat zij vreemdelingen zijn. Hier moet worden bijgevoegd, dat deze wetten niet van toepassing zijn op dramatische en muzikale werken. Zij, die volgens de wetten van hun land, eigendomsrecht hebben op een tooneelstuk, kunnen zich in Amerika beroepen op enkele bepalingen in de common law, die verbieden, dat men zich meester maakt van wat anderen toebehoort, of op sommige wetten, die door verschillende Staten, elk voor zich, zijn vastgesteld.

Bijna allen, die, toen het begrip auteursrecht ontstond, daarmede instemden, hadden voornamelijk geldelijk voordeel op het oog. Maar in den laatsten tijd is een nieuwe zijde van het vraagstuk ter sprake gebracht. Men heeft zich afgevraagd, of niet schrijvers en kunstenaars nog iets anders mogen eischen, dan het recht om geld van hun werk te maken, en men tracht te onderzoeken, of zij niet bovendien zedelijke rechten bezitten

Men heeft aangevoerd, dat, daar de persoonlijke vrijheid het meest natuurlijke recht is, door alle hedendaagsehe staatsregelingen den mensch toegekend, niemand zijne persoonlijke vrijheid kan verkoopen en zulks evenmin met zijne gedachte het geval moet kunnen zijn.

Lichamelijke dwang (behoudens het geval van strafoplegging krachtens de rechten der gemeenschap) moge ondragelijk schijnen, nog minder kan men dien dulden op het gebied van den geest. Nu kunnen schrijvers en kunstenaars welke dien naam waard zijn, er niet mee voldaan wezen, dat hun eenig auteursrecht bestaat in het recht om hun werk te verkoopen. Wat zij bovenal begeeren, is de verspreiding hunner gedachten, het beheerschen van de gemoederen en harten. Sommigen jagen roem na; allen of bijna allen bekendheid. Dit zoo zijnde, moeten zij dan niet meester blijven van wat zij uitvinden of samenstellen? Hoe echter dit meesterschap te vereenigen met het recht van verkoop, dat zij vorderen, en dat hun dan ook toegekend is.

Onmogelijk kan men het recht dat de auteurs hebben om van hun beroep te leven, vereenigen met het beginsel, dat hunne werken onverkoopbaar zouden zijn.