24

DE WERKLIEDEN-PARTIJ

schoolkinderen, toevoer van electriciteit, land-taxatie in Schotland, nationalisatie van kanalen, belangen der postbeambten, en nog veel andere zaken.

Onder de behandelde wetsontwerpen beschouw ik dat betreffende de arbeidsgeschillen als de pièce de résistance. Het lust mij niet, oude twistappels weder op te werpen. Ik twijfel er geen oogenblik aan, of de lezer zal zich herinneren, dat de voorgestelde maatregelen niet alleen gewijzigd, maar totaal veranderd zijn geworden, overeenkomstig de inzichten onzer partij. Zou er in de geschiedenis der tegenwoordige politiek wel een sprekender voorbeeld zijn aan te wijzen van het nut, om standvastig voet bij stuk te houden? Ten slotte noem ik hier het wetsontwerp, strekkende tot verschaffing van maaltijden aan arme schoolkinderen, dat, door onze partij in het Lagerhuis ingediend, en door een commissie onderzocht, weldra cloor het geheele Huis behandeld zal worden. De bloote opnoeming van al deze onderwerpen is, geloof ik, reeds een voldoende rechtvaardiging van onzen eisch, om te mogen worden beschouwd als eene onafhankelijke werklieden-partij, die zich geenszins door een der politieke partijen op sleeptouw heeft laten nemen.

Men heeft ons ten laste gelegd, dat onze onafhankelijkheid eigenlijk onvolkomen zou zijn, aangezien we over 't geheel de regeering in haar belangrijkste maatregelen hebben ondersteund. Deze tegenwerping berust op de zonderlinge opvatting, dat de leden eener onafhankelijke staatspartij niets beters te doen hebben dan stelselmatig op het ministerie storm te loopen. Zulke aan wal staande stuurlui schijnen te vergeten, dat zoo iets wanhoop verraadt, en dat wij volstrekt niet wanhopig zijn. Of zou men meenen, dat wij met ons dertigen op den geheelen nationalen tijd in het Parlement beslag kunnen leggen? Is er voor ons iets beters te verwachten, dan dat we onzen steun, aan het ministerie van het oogenblik verleend, op redelijke wijze beloond zien? We gaan volstrekt niet door dik en dun met de regeering mee: we ondersteunen haar alleen dan, wanneer ze niet in strijd komt met onze bijzondere belangen.

Het praatje, dat er tusschen de socialisten en de vakvereenigingsmannen in onze partij oneenigheid bestaan zou,