MONTENEGRO.

103

zich niet alleen boven cle twee genoemde paleizen verheffen zal, maar ook geheel Cettinje zal beheerschen. De spoorweg, de eerste in Montenegro, die binnen twee jaar de haven van Antivari met Vir Bazar aan het meer van Scutari, zal verbinden, de stoombootdienst tusschen Vir Bazar en Scutari, de verbetering van de haven van Antivari, dat alles is het werk van Italië, en het tabaksmonopolie is in Italiaansche handen. Zoover als den handel betreft en ook voor de reiziger is Scutari thans nog het eind der wereld, maar in cle toekomst kan het in meer dan een beteekenis een point de départ naar Albanië worden; Italië heeft meer waren voor cle markten in Albanië dan Montenegro, en een stap van Oostenrijk in de richting van Mitrovitza zou het voorwendsel kunnen zijn voor het doordringen van Italië in de geheimzinnige streken van Albanië. Montenegro is te klein en te arm om op zich zelf te staan en Italië, dat zijn koningin aan het vorstenhuis van Montenegro ontleend heeft, is dus aan dien staat verbonden door familiebanden zoowel als door gemeenschap van staatkundige belangen. Indien het onvermijdelijk is, dat de staatkunde van Montenegro onder buitenlandschen invloed staat, dan is het zeker het best, clat die invloed uitga van dien staat, onder wiens sympathieke leiding de zuid-Slavische kunst en beschaving te Ragusa haar hoogsten bloei bereikten.

De hoogten, die Cettinje omgeven, dalen in zuidelijke richting met steile passen naar de vlakte van Scutari en vormen alzoo de bolwerken der natuurlijke vesting, den Zwarten Berg. De weg naar Podgoritza voert langs het dorp Rieka, dat schilderachtig boven de rivier gelegen is, waarlangs een kleine stoomboot tusschen massa's van waterlelies haar weg naar Scutari vervolgt. Boven Rieka verhief zich eenmaal de vesting Obod, in welker omgeving Iwan de Zwarte geacht wordt, evenals Frederik Barbarossa, in slaap gedompeld te zijn, tot dat de nood zijns volks hem eenmaal wakker roepen zal. Hier was het ook, dat zeven jaar nadat Caxton zijn eerste boek gedrukt had, de Servische vorst van de Zeta, zoo als dit district genoemd werd, zijn drukpers plaatste, die hij later, toen de Turken