BARYUMPLATTNACYANÜUR.

157

van geen van beide zijden kan men water in aanraking met het zout brengen.

Wij meenen daarom onzen lezers geen ondienst te doen met hen in kennis te brengen met een mededeeling dezer heeren aan het Internationaal Congres voor de stadie der Radiologie en Ionisatie te Luik, waarin zij verslag geven van de door hen aangewende middelen om het onbruikbaar geworden baryumplatinacyanuur weer bruikbaar te maken.

Daartoe snijden zij het scherm in kleine stukken, die zij dan in gedistilleerd water koken; de stukken blijven ongeveer twee dagen in het water en worden bij herhaling gekookt. Nadat men afgefiltreerd heeft, loogt men de fijn verdeelde stukken nogmaals uit, ten einde al het zout uit het karton te verwijderen en dan wordt de vloeistof op een zandbad tot droog wordens toe uitgedampt. Er blijft nu een min of meer kristallijne stof achter van bruine kleur, die in een weinig kokend water met het dubbel volume sterken alcohol wordt opgelost. De witte vlokken, die zich na toevoeging van den alcohol vormen, worden afgefiltreerd en weer ingedampt tot er een begin van kristallisatie plaats heeft. Dan kristalliseert het platinacyanuur, dat door dit eenigszins langwijlig proces het vermogen om te kristalliseeren terug gekregen heeft en voor een nieuw scherm gebruikt kan worden.

De heeren Bordier en Galimard hebben door deze mededeeling zeker aan velen een grooten dienst bewezen; maar toch zou het wenschelijk zijn, dat de hoop die zij uitspreken verwezenlijkt werd en de fabrikanten van fluorescentie-schermen in de toekomst die schermen zóó inrichtten, dat het mogelijk ware, de laag, die het vermogen om te fluoresceeren bezit, met water te behandelen. v. O.