KERK TE HALLE.

Plan met situatie.

Arch. W. Ulrich.

Het „ter heilige tafel naderen der geloovigen" * is hier zoodanig op den voorgrond geschoven, dat niet de kerkvorm zich richt naar de altaar-opstelling en het priesterkoor, maar, omgekeerd, de altaarplaatsing en priesterkoorvorm ondergeschikt werden gemaakt aan den kerkvorm, aan de architectuur! Het behoeft geen nader betoog dat deze averechtsche werkwijze onmogelijk tot een goede oplossing leiden kan. Er is in dit kerkplan aan den eenen kant een overdreven belangstelling aan den dag gelegd voor een min of meer monumentaal architectonisch uiterlijk en aan den anderen kant zijn de wezenlijke eischen, die de H. Handelingen zelf stellen, in den kerkvorm verwaarloosd. Hierdoor werd bijvoorbeeld ook de doopkapel als een bijkomstigheid behandeld (het gaat hier om een parochiekerk) en is het feitelijk een ingangsportaal waarin t doopvont, als was het een wijwatervat, werd opgesteld. Zelfs de wijze van altaarafsluiting in zeshoekvorm duidt op een vooropgezette individualistische vormgeving „des considérations théoriques!" **

Ulrich. Seulement ce furent plus les circonstances que les considrations théoriques qui influèrent sur Ia forme donnée a eet édifice."

Nu is het, helaas, geen bijzonderheid meer, dat er in onze dagen kerken worden gebouwd, naar geheel individueele en van alle traditie gespeende „considérations théoriques", zoodat wij dit geval als zooveel andere onbesproken voorbij zouden kunnen gaan, was het niet dat juist de manier waarop dit kerkgebouw ons wordt voorgedragen, een theorie inhoudt, die absurd is voor den kerkbouw zelf.

De schrijver zegt n.b.: ,,Le culte n'est pas un spectacle pour une assistance passive, (wat wij volkomen onderschrijven kunnen) mais une action commune qui converge vers 1'autel et qui s'accomplit par la communion lorsque les croyants quittent leur place et se réunissent au banc de communion qui est 1'autel par extension. Cette idéé d'action commune est mieux représentée dans le plan de Halle que dans le plan oblong traditionnel; de trois cötés viennent les regards des croyants, de trois cötés ils viennent eux-mêmes a la communion". Men moet wel heel sterk van de waarde van zijn persoonlijke opvatting overtuigd zijn, ofm op een dergelijke wijze, een traditie van 1 9 eeuwen kerkbouw met één vingerstreek weg te cijferen!

Niet slechts de communie der geloovigen maar de heilige Geheimen in haar geheel zijn een „action commune" .waaruit de traditioneele kerkvorm van het langschip ontstond en niet de communiebank in de kerk is „1'autel par extension", waarheen de aandacht van de geloovigen gericht moet worden, maar het altaar is de eenige (offer)-tafel in de kerk; daarheen moeten de geloovigen zich richten en uit de plaatsing van dit altaar moet de kerkvorim bepaald worden.

KERK TE HALLE.

Detail Priesterkoor.

Arch. W. Ulrich.

9