GRAFMONUMENT VAN PHILIPPE POT. (15e eeuw.)

voorzien van een punt, waarop een kaars geplaatst kan worden en aan den voet van ieder kruis bevindt zich een drietand, waarop drie kaarsen.

De Bisschop zet zich voor het middelste kruis en houdt tot de aanwezige geloovigen een toespraak over de heiligheid van het kerkhof; daarna begint, na ontsteking der aan den voet der kruisen geplaatste kaarsen, de wijding van het kerkhof onder besproeiing met wijwater en bewierooking; vervolgens wordt het voorste kruis bewierookt en de drie brandende kaarsen van den drietand op het kruis geplaatst, hetzelfde geschiedt achtereenvolgens bij alle kruisen, het middelste het laatst. Dit alles vindt plaats onder het bidden van de litanie van Alle Heiligen, waaraan toegevoegd een driedubbele bede tot God om dit kerkhof te wijden, te zegenen en te heiligen, de zeven boetpsalmen en diverse oraties welke steeds de wering van booze geesten, de eeuwige rust en de verrijzenis afsmeeken over degenen die daar begraven zullen worden, door Christus, den Zaligmaker, den Eeuwigen dag, het altijd brandend licht en de immerdurende klaarheid, die door Zijn Menschwording de wereld het eeuwig licht heeft geschonken.

Na de planting der kaarsen van het middenkruis stort de Bisschop een laatste zegeningsgebed en sluit de plechtigheid met een pontificale benedictie, imeestal, maar niet noodzakelijk, gevolgd door het opdragen eener H. Mis waarin bijzondere collecta voor de geloovige zielen zijn ingevoegd.

De ceremonie der brandende kaarsen op de kruisen beduidt, dat de geloovigen hier eenmaal zullen sluimeren in den schaduw van het kruis dat als herinneringsteeken en werktuig onzer verlossing heenwijst naar de bron der genade, waardoor de geloovige zielen worden gebracht tot het eeuwig leven dat door de brandende kaarsen verzinnebeeld wordt.

Deze wijze van afzondering en wijding van een terrein voor geheiligd gebruik herinnert aan de wijze, waarop de oud-Romeinsche Priesters een bouwterrein voor een tempel afbakenden en voor geheiligd gebruik afzonderden. Dat geschiedde te middernacht in diepe duisternis. Zooals thans de landmeter een terrein afpaalt met behulp van jalons en deze achter elkander richt, zoo deden ook de heidensche priesters, doch vanwege de duisternis was het noodzakelijk, licht op de richtstokken te plaatsen.

De Codex bepaalt vervolgens, dat voor de priesters en diegenen, welke de wijdingen van subdiaken en diaken ontvangen hebben een aparte en zoo mogelijk waardiger plaats moet worden aangewezen en wel een voor priesters en een voor de lagere geestelijken, zoo moet ook een afzonderlijk gedeelte worden ingericht voor kinderkerkhof en een afzonderlijk gedeelte voor hen, die niet in gewijde aarde begraven imogen worden. Het kerkhof moet langs alle zijden afgesloten zijn en met zorg bewaakt worden.

Er mogen geen grafmonumenten, opschriften of versieringen worden aangebracht, die niet christelijk zijn. We beschikken hiermede over de noodige gegevens om tot den bouw of liever de inrichting van een kerkhof over te gaan en de „kerkhofkunst" van naderbij te bezien.

Vooraf eenige practische wenken bij de keuze van een stuk grond bestemd tot kerkhof.

Maak zooveel mogelijk gebruik van aanwezig landschappelijk- of natuurschoon.

Het moet aan een verharden, niet drukken weg gelegen zijn.

De vier zijden van het stuk grond zooveel mogelijk gericht naar de vier windstreken, m. h. o. op de mooie traditie oim de lijken met de voeten naar het Oosten te begraven.

De samenstelling van den bodem is een belangrijk punt. Leem en vaste zandbodem zijn het meest geschikt; geen losse inkalvende grondsoorten, terwijl het grondwater minstens 2 M. onder het maaiveld behoort te blijven.

Het toekomstige kerkhof mag niet gelegen zijn bij meren of rivieren met sterk wisselenden waterstand, zoodat overstrooming, met al de gevolgen van dien, beslist uitgesloten is.

Ik las bij Hugo Koch, dat: een kerkhof een duidelijken kijk geeft op de kunstzinnigheid in voelen, denken en scheppen van een tijd!

Als dat waar is en we zien dan de hopelooze, esthetische mislukking onzer kerkhoven, dan staat het er voor de Katholieken maar slecht voor!

Op de allereerste plaats behoort ons kerkhof duidelijk zijn karakter te toonen, men moet onmiddellijk vast kunnen stellen dat men op een Katholiek kerkhof is. Karakteristiek voor een Katholiek kerkhof moet zijn de vreugde- en hoopvolle stemming en de uitbanning van alles wat op menschelijk leed betrekking heeft of zinspeelt.

Hoe dat karakter zich het duidelijkst uitspreekt, zullen we in een vervolgartikel behandelen.

JAN VAN DONGEN Jr.

52