GROOT-BRITTANJE EN RUSLAND.

73

muur tegen alle vijandelijke aanvallen te hebben gevonden, en aan geen verlegging der grenzen verder naar het noorden meer denkt. Bovendien zou een aanval op Russisch Turkestan, zelfs zoo hij gelukte, Engeland in eindelooze moeilijkheden brengen, waar geen voordeel van belang tegenover zou staan. Uitgestrekte, slecht gedekte grenzen zijn geen grenzen, en het samenbrengen van elkander vijandige elementen onder eenzelfde gezag kan niet anders dan dat gezag ondermijnen, ook in die streken, waar het reeds vroeger was gevestigd. De aan Rusland's heerschappij sinds lang gewende Turkomannen en verwante volkeren zouden het Engelsche bestuur waarschijnlijk iets ondragelijks vinden, terwijl de bewoners van Voor-Indië, Afghanistan en Beloedsjistan zich nooit onder de heerschappij der Russen gelukkig zo aden kunnen gevoelen. Rusland heeft het geheele Oeral-Altaïsche deel van Azië, dat met het vroeger verworvene een goed afgerond geheel vormt, bij zijn gebied ingelijfd, en het geheele Arische deel in het zuiden staat onder Engelsch bestuur, en in het gansch uitgestrekte grensgebied dat beide staten en Azië van elkander scheidt, is welbezien geen enkel punt aan te wijzen dat, zoo wederzijds de stemming werkelijk vredelievend is, aanleiding kan geven tot ernstige oneenigheid. In het woeste, onherbergzame Pamirgebied is de in 1895 getroffene grensregeling in hoofdzaak steeds van kracht gebleven; alleen hebben de Russen zich van eenig Chineesch grondgebied meester gemaakt. Aan een aanval op Indië, over Pamir, Gilgit, Hoensa en Kasjmier denkt thans niemand meer en de twisten tusschen Afghanistan en de Khanaten aan den boven-Oxus zijn noch in staatkundig, noch in economisch opzicht van zoowel gewicht, dat daaruit ernstige verwikkelingen kunnen geboren worden.

Verder naar het westen tusschen Petek Keser en Zoelfikar is in 1887 een grensregeling getroffen, die in de practijk zeer goed voldoet. Wel heeft Rusland ook na dien tijd meer dan eens beproefd met de aldaar wonende Afghaansche stammen verraderlijke verbintenissen aan te knoopen, en in Kaboel een permanent Russisch gezantschap te vestigen, maar over het algemeen heerschte er vrede tusschen