110

ZAL HET BRITSCHE WERELDRIJK BLIJVEN BESTAAN t

opzettelijke verwaarloozing, hebben doen vervallen, ten gevolge waarvan Duitschland, niettegenstaande zijn armoede aan natuurlijke hulpbronnen en zijn militairen druk nu feitelijk rijker is dan Groot-Brittanje en zich kan veroorloven ons onze heerschappij ter zee te betwisten.

De kwestie van samensmelting van het rijk door het scheppen van een imperiaal opperbestuur, dat het geheele rijk vertegenwoordigt, zoowel als die van bescherming voor de nationale hulpbronnen en de eigen nijverheid van GrootBrittanje door verstandige maatregelen, fiskale of andere, is geen partijkwestie maar een belangrijk vraagstuk van algemeen nationaal belang. Het is in de eerste plaats een kwestie van militaire verdediging, en het is een kwestie, waarvan het leven of de dood van Groot-Brittanje en van het Britsche Wereldrijk afhangt. De slapende hulpbronnen van Groot-Brittanje met zijne koloniën zijn werkelijk onmetelijk, maar zij zijn onvoldoend ontwikkeld, en deze verborgen hulpbronnen moeten zoo goed mogelijk ontwikkeld worden en voor het behoud van onze bezittingen en voor onze positie in de wereld, voor onzen vrede, onzen voorspoed en onze beschaving te nutte worden gemaakt.

Dit is voor het oogenblik het meest urgente politieke vraagstuk. Onze politiek moet daarom zijn, onze slapende hulpbronnen zoo krachtig mogelijk te ontwikkelen, niet naar cle voorschriften van abstracte wetenschappelijke theorieën, maar in overeenstemming met die van het gezond verstand en de algemeen practische ervaring van het menschelijk geslacht.

Ik geloof dat het duidelijk is, dat Groot-Brittanje zich niet veel langer alleen kan verdedigen. Daarom moeten de Eerste Ministers van Groot-Brittanje en van de koloniën er ernstig over denken, om zonder uitstel een imperiale macht te scheppen ter verdediging van het wereldrijk, bestuurd door een imperiaal kabinet en betaald uit imperiale middelen. De handelingen der thans vergaderende Koloniale Conferentie kunnen over het lot van Groot-Brittanje en het wereldrijk beslissen, want in de volgende tien of twintig jaar zal worden beslist, of het Britsche wereldrijk zal blijven bestaan of te gronde gaan.