BIRMA.

297

tijger en de olifant. De laatste wordt zeldzamer en veel als lastdier gebruikt in de streken der teakboomen of in Rangoon, om de stammen der langs de rivier afgevoerde vlotten netjes op elkaar te stapelen. In de rijstlanden doet de buffel, in de hoogere deelen de os dienst bij den landbouw. Bovendien leveren de hoogvlakten veel paarden, de eigenlijke bergstreken bij China meer muildieren. Als een bijzonderheid mogen de vele kippensoorten genoemd worden. Wat de mineralen betreft, leveren het dal van de Irawaddi en de aangrenzende bergen edelgesteenten (robijnen), goud, naphta en petroleum in overvloed, maar kolen zijn zeldzaam. Al die schatten uit de drie rijken der natuur worden nog veel te weinig geëxploiteerd, de bevolking bezit daartoe geen energie genoeg.

De bevolking van Achter-Indië is evenals van de meeste landen op aarde een mengelmoes. De grondslag schijnt uitgemaakt te worden door Maleiers, misschien zelf weer een gemengd ras. Door de na hen komenden zijn ze in de ontoegankelijke deelen teruggedrongen of ze hebben zich met de immigranten vermengd. Zoover ze nog bestaan, wonen ze op het schiereiland Malakka en de bergen van Annam en Tonkin, waar ze de speciaal Maleische gewoonte van koppensnellen nog bewaard hebben. In Birma ontbreken ze dus in hun natuurtoestand.

De immigranten, door wie ze teruggedrongen werden, waren in de eerste plaats Chineezen, die over land zuidwaarts trokken en een deel van de Groote Soenda Eilanden bezet hebben. Ze vertoonen allen het Oost-Chineesche type. In de eerste plaats behooren hiertoe de Shan, die in de naar hen genoemde staten aan weerszijden van de Saloën wonen, maar zich gemakkelijker met de Birmanen vermengen dan de andere Mongoolsche stam in het N. W.: de Kachineezen.

De Shan zijn weinig talrijk. Als goede landbouwers weten ze in hun bergachtig land nog thee en katoen te verbouwen, maar daarnaast is veeteelt hun belangrijkste middel van bestaan. Door hun huizenbouw en hun lichtere huidkleur verraden ze de Chineesche afkomst.

De Kachineezen woonden oorspronkelijk öf in het N. O.