DE GRIEKSCHE WETENSCHAP EN DE RENAISSANCE.

441

zijn land en zijn gelukkigen aanleg, heeft het Grieksche volk, uitmuntende door zucht tot onderzoekingstochten en door weetlust, de erfenissen bijeengegaard van alle oude volken, Egyptenaars, Perzen, Armeniërs, Babyloniers, misschien'zelfs van Hindoes, en het heeft orde weten te brengen in dien chaos. Alleen de Grieken hebben zich weten te verheffen tot het denkbeeld van wetten, van onveranderlijke rebels, van een eeuwige orde, van een harmonischen Kosmos • allen zochten kennis te verzamelen, uitsluitend om hun onverzadelijke weetgierigheid te bevredigen, om hun gezichtskring uit te breiden, om hun ziel te veredelen; zij alleen hebben de wetenschap lief gehad om haar zelve, de waarheid om het genot, dat zij verschaft, geheel afgezien van toepassingen en practisch nut. Zoo zijn het dan ook de Grieken, die de rekenkunde geschapen hebben, cle meetkunde, 'later de stelkunde, de werktuigkunde, de geluidsleer, de natuurlijke geschiedenis en de geneeskunde, zoo als zij ook den grond gelegd hebben van de logica, de zedekunde en de metaphysica. Met een verbazend helder verstand begaafd, gingen zij van de onderstelling uit, dat m het heelal alles te begrijpen moest zijn, omdat alles schoon, o-eordend en harmonisch was. Hun wetenschappelijke ontwikkeling, die eeuwen duurde, werd door verschillende oorzaken verstoord, maar zij waren in den loop hunner onderzoekingen zoo ver gevorderd, dat zij een theorie van den vooruitgang der wetenschap ontwierpen en dat zij, na het tijdperk van Aristoteles, de behoefte gevoelden om een geschiedenis der wetenschap te schrijven, ten einde aan te geven, hoe ver zij gevorderd waren en langs welken weg zij dat standpunt bereikt hadden. In de moderne wetenschap ontstaat de theorie van den vooruitgang eerst in het eind der zeventiende eeuw, en aan een geschiedenis der wetenschap denkt men eerst een eeuw later.

De wetenschap is dus van Griekschen oorsprong ; Griekenland heeft aan de wereld een hoogst eerbiedwaardige erfenis nagelaten; die erfenis is eerst aanvaard ten tijde van de Renaissance; veel is daarover geschreven, maar misschien is niet duidelijk genoeg aangetoond, dat de moderne wetenschap rechtstreeks uit de Grieksche voortkomt, en dat