vijf arbeiders naar beneden stortten en gelukkig slechts lichte verwondingen opliepen. Daar de instorting geschiedde, zonder dat de vloer overmatig belast werd, zonder dat ook een plotselinge last er bij gevoegd werd, schijnt de onderstelling van de uitvoerende firma, waarbij zich ook de bouwpolitie aangesloten moet hebben, geloofwaardig, dat tengevolge van hevige regenbuien de volkomen droge bekistingsdeelen zoo sterk opgezwollen waren, dat de vast gespannen draadverbindingen van de dragende kanthouten gescheurd waren. Deze onderstelling zou ook daardoor bevestigd schijnen, dat de vloer in een hoek van de ruimte eerst zakte; na het scheuren van een draadbeugel konden de overige den last niet meer dragen. N.R.C.

na eenige jaren treedt gauw roest en daardoor verzwakking van de ijzeren kachelpijp op. Wordt nu de schoorsteen geveegd, door het laten vallen van den gebruikelijken kogel, dan wordt soms een dergelijke pijp geheel dichtgeslagen en is de verbinding tusschen kachelpijp en rookkanaal verbroken of verkleind. Tot besluit een raad voor het aansteken van kachels. Als een kachel bij het aanmaken niet wil trekken, wordt dikwerf overgegaan tot het openzetten van een van den wind afgewend raam, teneinde den rook weg te krijgen. Nu is het bekend, dat bij eenigen wind aan de van dien wind afgewende zijde van het huis een zekere luwte ontstaat. Ontsluit men dus aan die zijde een raam, dan zal uit de geopende kamer lucht worden onttrokken, welke weer moet worden bijgevuld door kieren van deuren of andere ramen, maar ook uit de kachel. Hierdoor vermeerdert juist de hoeveelheid rook. Wil men dus den trek der kachel bevorderen, dan moet men een raam aan de windzijde openen en als men rook wil wegkrijgen, moet men de kamer even laten doortochten, maar niet alleen aan de van den wind afgekeerde zijde een raam of deur openen.

GLASROEDE ZONDER SCHROEVEN OF DICHTINGSMATERIAAL.

De hierboven afgebeelde'glasroede wordt gemaakt volgens een patent van Adolf Eberhardt te Stuttgart. De roede bestaat uit een I-vormig balkje waarvan de bovenflens n en o van een tweetal waterholen is voorzien. Het lijf van het liggertje is boven de bovenflens verlengd (c). In dit gedeelte c zijn gaten d gespaard en verder sleuven e. In deze sleuven past een ijzeren stripje g en kan daarin bajonetvormig worden vastgeschoven, waardoor eveneens het dekstuk f wordt aangedrukt. Aan onderen bovenzijde der glasruit bevinden zich verder beschermingsstrooken i k 1 en m, terwijl de reeds bovengenoemde waterholen dienen voor afvoer van eventueel condenswater binnen in de glasroede.

HET INSTORTEN VAN EEN BETONNEN VLOER DOOR EEN MERKWAARDIGE OORZAAK.

Bij den bouw van het stedelijke ziekenhuis te Berlijn zakte gedurende het gieten van de dragende ribben van een betonnen vloer de bekisting in elkaar, waardoor de daar werkzaam zijnde

ALLERLEI

AAN WIEN DE SCHULD?

Onlangs vonden wij in de Maasbode een klacht over het uitblijven van de bouwvergunning voor bovenstaande hulpkerk. Behalve andere „machten" schijnt de schoonheidscommissie zich tegen het bouwplan te verzetten. Wij kunnen de motieven, in de klacht vervat, wel volgen voor zoover zij te maken hebben met de zielzorg, die door het uitblijven der vergunning in het gedrang komt. Liever zielzorg in een kartonnen doos dan geen zielzorg.

Maar op wien valt hier de schuld? Hadden opdrachtgevers en ontwerper zich geen teleurstelling kunnen besparen, wanneer

zij al was het dan maar ter wille van de zielzorg een

beetje rekening hadden willen houden met de, naar ons oordeel, in dit geval niet zoo gekke verlangens van de schoonheidscommissie naar wat traditioneelen zin en aanpassing bij de omgeving?

Waarom moest de, blijkens de vier uitsteeksels op de afbeelding, met de daaraan verbonden papieren „steunbeeren" (sic.) wel aanwezige schuine kapconstructie met alle geweld worden verdonkeremaand onder het „moderne" platte dak? Waarom, zoo hooren wij den lezer vragen, van het door God geschapen hout alleen het raamwerk gemaakt en dit gestopt achter fabrieksplaten, die met hun bruin („natuurkleur" zegt de toelichting) het geheel het aanzien geven van een meer dan levensgroot bouillonblokje ?

Zouden wij eigenlijk de commissie niet dankbaar mogen zijn, althans in dit opzicht, dat zij ons allen tracht te sparen voor een nieuwe blamage van de katholieke kuituur, van den geest van waarheid en eenvoud, waardoor zij behoort te stralen voor het oog onzer dwalende broeders.

Is het werkelijk zóó moeilijk een gewoon bedehuisje te bouwen?

223