edward henry harriman.

125

gaf gedurende vele jaren aan de eigenaars van de „Standard Oil" een belangrijk overwicht; overgenomen door Hamman met zijn aankoop van de spoorwegen, maakte dit hem in de werkelijkheid oppermachtig.

Spoorwegen zijn de grootste bezitters van spoorwegwaarden.

Zelfs wanneer al deze bezittingen samengevoegd werden, zou Harriman nauwelijks een enkele spoorlijn door de brute kracht van het aandeelenbezit beheerschen. In den tegenwoordigen tijd hangt het beheer van een groot spoorwegnet van andere omstandigheden af dan van het werkelijke bezit van zijn aandeelen. Er zijn tal van redenen ter verklaring van het feit dat een minimumbezit in de practijk den boventoon kan voeren. In de eerste plaats, omdat er waarschijnlijk geen persoon of groep van personen kapitaalkrachtig genoeg is om 50 pct. van het uitgegeven aandeelenkapitaal van een groot Amerikaansch spoorwegnet te koopen. De vereenigde kapitalen van Rockefeller en Carnegie zouden niet voldoende zijn om zooveel aandeelen in de Pennsylvania aan te koopen, dat zij op een verkiezing invloed zouden kunnen uitoefenen. Van het totale bedrag aan uitgegeven spoorwegwaarden is tegenwoordig slechts iets meer dan de helft in handen van het publiek. Een uitgebreid onderzoek omtrent dit punt, onlangs door de Inter-State Commerce Commission ingesteld, heeft bewezen dat de grootste bezitters van spoorwegwaarden de spoorwegen zelf zijn. Daarmede wil die Commissie niet zeggen dat de spoorwegen noode gedwongen een groot deel van hunne aandeelen onuitgegeven in de brandkasten bewaren, maar dat zij op groote schaal de aandeelen hebben opgekocht, die oorspronkelijk aan het publiek waren verkocht. Zij hebben elkanders aandeelen op zoo ruime schaal opgekocht, dat zij op het oogenblik ongeveer de helft van alle uitgegeven waarden bezitten. Wanneer dus op een zeker oogenblik alle in handen van het publiek zijnde aandeelen vereenigd werden, zouden zij nauwelijks invloed op de stemming kunnen uitoefenen.