OVER VERMOEIDHEID DEK SPIEREN.

307

Over vermoeidheid der spieren}

Als een spier zich samentrekt verricht zij arbeid en verbruikt zij arbeidsvoorraad of, zooals men het gewoonlijk noemt, arbeidsvermogen en wel mechanisch arbeidsvermogen. Dit arbeidsvermogen wordt evenals b.v. bij een electrische tram door omzetting van electriciteit (= electrisch arbeidsvermogen) in mechanisch arbeidsvermogen verkregen, waarbij bij de spieren de bewegingszenuwen als geleiders der electriciteit als arbeidsdraden dienen, terwijl de apparaten of platen aan de einden der zenuwen in de spieren de rol vervullen van die deelen, welke in den electrischen tramwagen de electriciteit in beweegkracht omzetten.

Voor de tram wordt de electriciteit in de electrische centrale verkregen door steenkool te verbranden onder stoomketels, met den zoo verkregen stoom stoommachines en door deze dynamo's in beweging te brengen, welke laatsten dan ten slotte de electriciteit leveren.

Daar wordt chemisch arbeidsvermogen of met andere woorden mechanisch arbeidsvermogen van moleculaire krachten, dat bij de verbranding of verbinding met zuurstof — in hoofdzaak verbinding van kool met zuurstof tot koolzuur, hoewel daarnaast verbinding van waterstof met zuurstof tot water, verbinding van zwavel met zuurstof, enz. voorkomt — vrij komt, in warmte, warmte in mechanische kracht en mechanische kracht in electriciteit omgezet.

Bij de omzetting in en van warmte gaat betrekkelijk veel arbeidsvermogen verloren. Het zou daarom tot groote bezuiniging leiden, als men met het chemisch arbeidsvermogen rechtstreeks, of ten minste zonder bemiddeling der warmte, machines kon drijven, als men, met andere woorden gezegd, de vermelde verbindingen, in de eerste plaats die van koolstof met zuurstof, zonder verbranding, zonder deze hooge temperatuur kon tot stand brengen.

Aan dit desiratum wordt in het lichaam bij het leveren der kracht voor de samentrekking der spieren voldaan. Ook daar wordt het noodig arbeidsvermogen door verbinding met zuurstof verkregen, maar door eene verbinding bij een temperatuur die de warmte van het bloed, 37° G.,niet verre overschrijdt. Het menschehjk lichaam is dus in dit opzicht een zuiniger voortbrenger van electriciteit dan de electrische centrale. Dat de centrale aan den anderen kant weder

1) Hoofdzakelijk ontleend aan een artikel van F. W. Eastman in Har pers Monthly Magazine van November jl.