332

DK KOLONIE VOOR WERKLOOZEN TE WITZWIJL.

Het jaar 1908 was werkelijk een minder voordeelig jaar voor de kolonie. Een gedeelte van den oogst leed schade door late sneeuw en een koud voorjaar en in Augustus verbrandde een der gebouwen, en hoewel het tegen brandschade verzekerd was, leidde dit tot bezwaren. Verder overwoog de regeering in verband met den gunstigen toestand der kolonie, dat er geen reden meer was de oorspronkelijke 800 hectaren om niet in gebruik te geven, maar dat ook hier rente van de koopsom moest worden betaald. In verband hiermede moest dit jaar 55700 francs aan de kantonale schatkist worden uitgekeerd.

Tengevolge van een en ander daalde de netto-opbrengst van landbouw en veeteelt met 56850 francs, terwijl de bruto-opbrengst met 44750 francs gestegen was. Hoewel sommige ontvangsten, zooals die voor producten van de werkwinkels en van kolonisten van andere kantons hooger waren, daalden toch de inkomsten — behalve de 50000 francs van de assurantiemaatschappij — van 185600 tot 139175 francs.

Daartegenover daalden ook wel de uitgaven van 205450 tot 141175 francs, maar deze vermindering was hoofdzakelijk het gevolg daarvan, dat in verband met het herbouwen van het verbrande gebouw met het geld der assurantie, niet veel anders gebouwd werd en zoo ook weinig materialen gekocht werden; zoodat de waarde van de kolonie weinig steeg. Door de verminderde uitgaven was het tekort, dat alweer door den staat werd bijgepast, slechts 2000 francs, terwijl de waarde der kolonie met een kleine 50000 francs steeg. Het gemiddelde aantal kolonisten bedroeg nu 176, dus alweer eene stijging.

Maar niet alleen in deze drie jaar, maar ook over de geheele 13 jaar van zijn bestaan gerekend, is Witzwijl geen schadepost geweest. Het kanton heeft er geleidelijk l'/2 millioen francs aan ten koste gelegd, maar daarmede een eigendom verworven dat thans S1/^ millioen waard is. Nu heeft