344

BLADEN UIT HET LEVENSBOEK

en de acteurs in te pompen wat ze zeggen moesten; we hadden geen tekstboekje, doch mijn goede geheugen kwam me nu te pas. Met behulp van gordijnen en kleeden werd de kinderkamer door mij in een schouwburgzaal veranderd en ik gaf aan de artisten de noodige aanwijzingen hoe ze zich moesten costumeeren, kappen en schminken, want ik alleen was hiervan eenigszins op de hoogte.

's Avonds was alles eindelijk gereed ; de voorstelling kon beginnen.

De toeschouwers waren : vader, moeder, tante, cle gouvernante, cle vrouw van den rentmeester en nog eenige jonge meisjes. Ze zaten bij elkaar in de opening van een deur; dat ze het tooneel goed konden overzien, zou ik niet durven verzekeren, maar misschien was het maar beter dat ze dit niet konden. We hadden aan onzen troep een elfjarig meisje uit de buurt verbonden, die een baljapon van haar moeder had aangetrokken en een allerliefste jeune première, „Mijn roos in het bosch", bleek te zijn. Mijn oudste zuster, eveneens elf jaar oud, had zich in een uniform van mijn vader uitgedost ; zij speelde de rol van den geliefde. Ze was bepaald mooi en ze speelde met hart en ziel! Onze jonge kindermeid stelde een oude huishoudster voor en zelf had ik de rol van een zeventigjarigen grijsaard op me genomen. Dit moest een oude man zijn met lang, wit haar, en daarom stelde ik hem voor, want mijn haren waren lang en zoo blond, clat ze bijna wit schenen.

We behaalden een welverdiend succes en ik vroeg me af wat de schrijver zou hebben gezegd, als hij zijn stuk op deze wijze hacl zien spelen; doch misschien zou hij zeer tevreden zijn geweest over de opvoering.

Van dezen dag af aan koesterde ik niet alleen den vurigen wensch om romans te schrijven, maar ik wilde ook tooneelstukken maken en verlangend zag ik uit naar den tijd dat ik niet meer op mijn schoolbank zou behoeven te zitten om mijn tijd met leeren en rekenen te verknoeien.

Op een moooien lente-namiddag wandelde ik in het kleine bosch achter onzen tuin; ik volgde een der voetpaden tot