MICHEL SERVET.

433

tigsten vorst van zijn tijd aan de spits van twintigduizend veteranen zag nederknielen en de voeten van den paus kussen." Hier kreeg hij den eersten indruk van het wereldsch en zelfzuchtig karakter van het pausdom, waartegen hij weldra met bitteren haat vervuld was.

In den zomer van het jaar 1530 woonde de keizer den rijksdag te Augsburg bij,' waar de vorsten wisten te verkrijgen, dat het protestantisme politiek erkend werd. Deze vergadering moet wel een grooten invloed gehad hebben op den jongen geleerde, die reeds toen, zooals wij veilig kunnen aannemen, met de nieuwe leer besmet was. Waarschijnlijk is hij te Saragossa of Toulouse met de geschriften van Luther bekend geworden. Een meening als de volgende, die hij reeds voor zijn eenentwintigste jaar heeft neergeschreven, kan niet in eenige maanden tot rijpheid zijn gekomen: „Wat mij zelf betreft, kan ik noch met de katholieken, noch met de hervormers in elk opzicht medegaan. Naar het mij voorkomt hebben beide een zekere mate van waarheid en een zekere hoeveelheid dwalingen in hunne meeningen, en terwijl elk de gebreken van zijn tegenstander ziet, merkt niemand zijn eigen gebreken op. Moge God in Zijn goedheid ons tot erkenning onzer gebreken brengen en ons den wil geven ze af te leggen. Het zou inderdaad gemakkelijk genoeg zijn alles kalm te beoordeelen, als men ons maar, zonder door de kerk lastig gevallen te worden, onze gedachten vrij liet uitspreken." (Willis.)

Of hij ooit in persoonlijke betrekking tot de Duitsche hervormers stond, is niet zeker. Het is zeer wel mogelijk en Tollin, zijn voornaamste biograaf, spreekt van een bezoek aan Luther. Wij weten niet, hoe lang hij bij Quintana was, volgens Tollin anderhalf jaar. Het is niet onwaarschijnlijk, dat de goede pater blij was een jongen secretaris te kunnen ontslaan, die besmet was met zulk een ergerlijke ketterij, als diens eerste, in 1531 verschenen boek, bevatte.

Omtrent dit werk wordt verhaald, dat een monnik in het gevolg van Quintana het in een winkel te Regensburg ontdekte en zich haastte den biechtvader den vreeselijken inhoud er van mede te deelen.

Servetus had zich hals over kop in de gevaarlijkste soort

\V. B. I. 1910. 28