DE ARBEID VAN ROBERT KOCH.

335

onderzoeker. Ook als hij zich wilde ontspannen, kon zijn geest niet rusten; steeds moest hij zich met de hem omgevende natuur vertrouwd maken. Van daar, dat hij onlangs nog belangrijke mededeelingen over zijn antropologische waarnemingen doen kon.

Ook met de philosophie heeft hij zich in vroegere jaren zeer grondig beziggehouden; het moet evenwel betwijfeld worden of de philosophen hem hebben kunnen bevredigen, want elke echte natuuronderzoeker gaat langzamerhand zijn eigen philosophisch stelsel opbouwen.

Koch sprak er evenwel niet over, want hij was over alles, wat zijn gemoedsleven betrof, zeer gesloten. De leer van Darwin aanvaardde hij volkomen en vaak verdedigde hij ze bij voorkomende gelegenheden.

Zoo zien wij dan in Robert Koch een zeldzaam voorkomende vereeniging van een helder verstand, een grooten werklust, een hem nimmer in den steek latende geschiktheid voor den arbeid en voortdurenden drang om zijn gaven en vermogens ten nutte zijner medemenschen aan te wenden.

Dit laatste is hem zoo ten volle gelukt, dat hij de grootste weldoener van het menschdom geworden is, terwijl zijn werken een programma insluit, aan welks afwerking men nog lange jaren, ja misschien wel eeuwen lang, zal moeten arbeiden.