230

HET OPSTIJGEN VAN HET WATER IN OE PLANTEN.

stam werd een ringvormig stuk schors weggenomen, of een tak werd overlangs opengespleten, de schors omgeslagen en het hout tot een bepaalden afstand verwijderd, terwijl daarna de schors zeer zorgvuldig weder in den vorigen stand werd teruggebracht. In het eerste geval bleven de bladeren gewoonlijk frisch, in het tweede verwelkten zij, en men besloot daaruit, dat het water niet door de schors zijn weg neemt, maar door het hout. Nu werd bij deze proeven meestal slechts een klein deel van de schors verwijderd, en men kon dus niet weten, of het wegnemen van de geheele schors evengoed zou worden verdragen ; men had alzoo ook niet het recht uit de genomen proef af te leiden, dat de schors, als zoodanig, voor het vervoer van het water gemist kon worden. En uit nieuwere onderzoekingen is gebleken, dat feitelijk de schors in den regel noodig is om op den duur een voldoend vervoer van het water mogelijk te maken. Maar hare beteekenis schijnt toch hoofdzakelijk te berusten op een beschuttende werking van de buitenste lagen van het hout.

Dat het merg (een cilinder van cellen, die in het midden of in de lengteas van den stengel voorkomt) geen rol van beteekenis zal vervullen bij het vervoer van het water, kan experimenteel bewezen worden door dit weefsel te verwijderen. Bovendien is het alleen in de jonge stengels en takken onveranderd aanwezig, wordt echter droog en ineengekrompen, zoodra het hout harder wordt, en verdwijnt dikwijls geheel en al, zoodat het zelden nog in oudere stammen kan worden waargenomen. Het vervoer van het water zal dus öf geheel, of althans voor het grootste gedeelte moeten geschieden door het hout. Nu kunnen in het hout twee verschillende lagen worden waargenomen, de buitenste lagen worden het splint, de binnenste het kernhout genoemd. Met een mes kan men zich gemakkelijk ervan overtuigen, dat het eerste zacht en het laatste hard is. Wel is het kernhout aanvankelijk even zacht geweest als het splint, maar het heeft, in den loop der jaren, groote veranderingen ondergaan. Zoo kan het bij verschillende boomen een verschillende kleur hebben; het is zwart bij het ebbenhout, rood