44

EM1LE OELIVIER's MEDEDEELINGEN OVER DE OORZAKEN

duel, maar het verlies was grooter dan de winst, wijl er eene blijvende verbittering door ontstond.

Wat den Keizer en Bismarck's persoon betrof, was de Luxeraburgsche quaestie evengoed de ware oorzaak van den oorlog van 1 870 als de Hohenzollernsche candidatuur.

Ollivier beschouwt de laatste als een soort Machiavellistisch plan door Bismarck ontworpen en door zijn werktuig, den Spaanschen regent, maarschalk Prim, uitgevoerd. Ue redenen die hij hiervoor aanvoert, rechtvaardigen deze bewering niet voldoende. In de Spaansche troonsopvolgingheeft het toeval een te groote rol gespeeld dan dat alleen aan een vooraf beraamd plan gedacht zou mogen worden. De aanbieding van den troon aan prins Leopold geschiedde alleen, omdat men niet anders kon, en schijnt door Prim persoonlijk te zijn bedacht en uitgevoerd, clie, toen hij naliet vooraf de Fransche regeering daarover te raadplegen, daarmede misschien zijne ontstemming over zijn verdringen uit Mexico willen uiten. Bismarck zag dat het een goede gelegenheid was en greep haar aan door onmiddellijk de candidatuur te ondersteunen. Werd zij werkelijkheid zonder krachtig protest van Frankrijk, dan zou Pruisen's invloed tot op het schiereiland zijn doorgedrongen, doch vatte, wat waarschijnlijker leek, de keizer haar op als eene casus belli, dan waren er gegronde redenen voor Pruisen om op de overwinning te mogen rekenen.

Op zichzelf was de Hohenzollernsche candidatuur, hoewel eene afwijking van de regelen die in latere tijden bij de keuze van personen voor een vacanten troon gegolden hadden, niet van zooveel beteekenis, dat zij twee volkeren naar de wapens zou doen grijpen. Er waren wel meer gevallen van dezen aard voorgekomen, die door de diplomatie zonder veel bezwaar geregeld waren.

Wat deze candidatuur echter gevaarlijk maakte, was de aan beide Rijnoevers bestaande prikkelbaarheid en de overtuiging dat vroeg of laat toch een oorlog tal van onopgeloste quaestiƫn zou moeten oplossen. Ongelukkigerwijze had in Frankrijk de uitdrukking dezer overtuiging spoedig weerklank gevonden, niet alleen bij het volk maar ook in het parlement en aan het Hof, waar juist invloed en po-