24.2

PKINS TT O ALS PATRIOT EN STAATSMAN.

alle uiterlijke godsdienstvormen; „alle beschaafde menschen," zeide hij, „hebben „Bushido" waar zij zich in hun leven naar te richten hebben, de zuiverste leer, wier trouwe aanhangers een braaf en eervol leven moeten leiden. Waarom zou men dan wenschen een geloof aan te nemen, zooals het Christendom, een leer, die onder verschillende en met elkaar strijdige vormen in het land gepredikt was."

Van alle Japansche staatslieden, Prins Yamagata, zijn opvolger, misschien uitgezonderd, was Prins Ito het best op de hoogte van alles wat China betreft; hij had een ernstige studie van land en volk gemaakt, daar hij er van overtuigd was, dat de toekomst van China van het grootste belang is voor zijn eigen land. Hij drukte dit denkbeeld eens in eigenaardigen vorm uit: „Als er een geel gevaar bestaat," zeide hij, „dan mag Europa op Japan als uitersten wachtpost rekenen, daar Japan het eerst daaraan zou zijn blootgesteld."

Prins Ito is gestorven, maar men vergete niet dat hij voor de Japanners niet gestorven is: hij heeft zulk een voorbeeldig leven geleid, dat hij, volgens de Japansche wijze van spreken „een goed voorvader" geworden is. De Japansche zedeleer eischt „niets te doen, waarvoor men zich behoeft te schamen; zóó te leven, dat men een goed voorvader wordt en op geenerlei wijze den goeden naam van zijn eigen voorvaderen te schande te maken." Zoo blijft prins Ito leven in het hart der Japanners een kracht, die hen bezielt met geestdrift om te streven naar de hoogste idealen van het nationale leven. Daarin is misschien het geheim van Japans macht gelegen, in die continuïteit tusschen de geslachten, waaruit volgt, dat het volk steeds moet vooruit gaan, wie ook leve of sterve. Iedere groote Japanner doet het peil van het geheele volk stijgen en als hij sterft blijft hij in de voorstelling zijner landgenooten er voor waken, dat dit hooger peil niet daalt; daarom is prins Ito voor de Japanners niet gestorven; voor hen leeft hij en is hij niet minder machtig dan voorheen.