306

HONGERKUREN.

heeft gemaakt, dat in het bloed der marmotten gedurende haar winterslaap een groote hoeveelheid koolzuur wordt gevonden en dat deze hoeveelheid iederen dag toeneemt, vanaf het oogenblik, waarop de winterslaap begint totdat hij eindigt. Dubois is met deze mededeeling opvallend in overeenstemming met vroegere onderzoekers, maar hare beteekenis blijkt toch eerst nu. Want al veroorzaakt ook de vermindering der ademhaling tijdens den winterslaap de ophooping van koolzuur, zoo is toch de gedachte niet te weren, dat het in het bloed der marmotten opgestapelde koolzuur door de werkzaamheid der witte bloedlichaampjes (leucocythen) — evenals bij de vlinderpoppen — in andere stoffen wordt omgezet, die het dier tot voedsel dienen, en die gedurende den rusttijd van den winterslaap de bron vormen, waaruit het ter vernieuwing van de langzaam verbruikt wordende bestanddeelen van zijn lichaam, het noodige put.

v. R.

Hongerkuren.

In de Contemporary Review van April jl. breekt de Amerikaan lipton Sinclair, de schrijver van den socialen roman »The Jungles, een lans voor hongerkuren. Daar hij ongetwijfeld gedreven werd dooiden onbaatzuchtigen wensch om anderen te doen genieten van iets waarbij hij zelf zooveel baat gevonden heeft, meenen we hieronder zijn betoog of liever het verhaal zijner handelingen en ondervindingen in 't kort te moeten weergeven.

Maar vooraf eenige opmerkingen. Hongerkuren zijn lang geen universeel geneesmiddel. Die zich ziek voelt, zal in de meeste gevallen zijn arts moeten raadplegen. Ook zijn hongerkuren niet voor een ieder geschikt. De schrijver waarschuwt ons b.v., dat zij voor tuberculeuzen niet deugen. Nu kan men blijkens de bekende waarnemingen der anatomen tijdelijk aan tuberculose lijden zonder het te weten. En misschien zijn er nog meer gestellen voor welke een hongerkuur niet deugt. Die haar onderneemt zonder omtrent zijn gestel een arts geraadpleegd te hebben, doet dus altijd in meerdere of mindere mate een waagstuk. Na deze opmerkingen laten we den heer Sinclair aan 't woord. Alleen zullen we het door hem gezegde niet woordelijk weergeven, maar zooveel doenlijk bekorten.

Schrijver dezes behoorde in zijn jongensjaren tot een welgesteld gezin, waar aan lekker eten veel waarde gehecht werd. Wij kinderen kregen geen wijn of alcoholische dranken, maar voor 't overige