OPEN BRIEF VAN VICTOR HCGO OVER VLIEGTUIGEN.

331

In één woord, zelfs in de goed gelukte reis waarover ik boven sprak, voer de ballon niet, hij dreef.

Die zijn beweegkracht niet aan zichzelven ontleent, beweegt zich niet, maar wordt bewogen.

Zich bewegen, dat is de quaestie. Ook in de lucht zijn eigen meester te blijven.

Buiten de keerkringswinden waarover wij spraken, blijft de ballon iets onmogelijks.

Als een verdord blaadje van den grond te worden opgenomen en door een wervelwind te worden weggevoerd, mag geen vliegen genoemd worden.

En toch willen wij vliegen.

Hoe?

Met vleugels?

Degen heeft het beproefd. Hij is niet geslaagd. Volgens wetenschappelijke berekeningen beschikt de mensch die zich vleugels aanbindt, over betrekkelijk twee en negentig maal minder spierkracht dan de vogel. De kleinste vogel is sterker dan Hercules.

Vleugels zijn dus onbruikbaar.

Hoe het dan aan te leggen om toch te vliegen?

Een kanonskogel heeft geen vleugels, toch vliegt hij.

De oplossing is dus: projectiel te worden.

De monsterachtige aantrekkingskracht van de aarde, de zwaartekracht, kan op twee wijzen overwonnen worden, door lichtheid, zoo doet het een ballon, door snelheid, zoo doet het een projectiel.

Projectiel, het woord klinkt verontrustend, maar de zaak is het niet. Ieder mensch is projectiel geweest en zal het ook nog dikwijls zijn. Men is dagelijks projectiel zonder er aan te denken. Een rennend ruiter is een projectiel. Als men in een trein zit, die tien uur in het uur aflegt, is men een projectiel. Als er een hindernis is, worden ruiter en reiziger met kracht daartegen geworpen ten gevolge van de door hen verworven snelheid, die hun geen angst inboezemde. Sterker nog. Men kan een projectiel zijn zonder van plaats te veranderen. Twee mannen trekken aan een touw, het touw breekt en ze vallen achterover. Ze waren projectielen in gebonden, latenten toestand.