47.2

DB ONTDEKKING VAN HET POLONIUM.

Mevrouw Curie schreef eenigen tijd na de constateering van het bestaan van het polonium, dat het eene stof was, die naast bismuth voorkwam en er bij afscheidingen aan verbonden bleef. Dezelfde werkwijze volgende die tot de isoleering van het radium geleid had, moest zij in 1904 berichten, dat zij in die acht jaar nog slechts poloniumhoudend bismuth verkregen had dat een groote radio-activiteit ontwikkelde, en dat de zoo gevoelige spectroscoop nog steeds niet anders dan de strepen van het bismuth vertoonde.

Daarbij deelde zij mede, dat het zoo moeilijk af te scheiden poloniumhoudend bismuth met ontmoedigende snelheid in radio-actief vermogen afnam. Bene hoeveelheid poloniumhoudend salpeterzuur bismuthoxyde had in elf maanden de helft van zijn radio-activiteit ingeboet.

Dit bezwaar was daarom zoo groot, omdat men deze radio-actieve stollen in den gewenschten geconcentreerden vorm alleen kan verkrijgen door voortdurende splitsing, waarbij men steeds met de meest radio-actieve helft blijft voortgaan en dus langen tijd noodig heeft, alvorens het doel eenigermate bereikt te hebben.

Toen men met voortdurende splitsing maar steeds niet verder scheen te komen, werd Mevrouw Curie's omgeving 200 ontmoedigd, dat deze aan het bestaan van polonium begon te twijfelen en meende, dat de waargenomen verschijnselen alleen veroorzaakt werden door bismuth, dat door het radium tijdelijke radio-actieve eigenschappen verkregen had, bij inductie radio-actief geworden was. Immers, men weet dat radium zulk een invloed kan uitoefenen.

Maar Mevrouw Curie voerde daartegen physico-chemische redenen aan, waarom zij volhield dat men hier met een nieuw radio-actief element te doen had en ging met haar trouwen helper Debierne voort om steeds meer poloniumhoudend bismuth af te scheiden. Hoe zwaar hun arbeid was, kan men daaruit nagaan, dat terwijl een ton pechblend, bevattende 350 kilogram uranium, twee decigrammen radium bevat, het polonium in eene nog ongeveer 5000 maal mindere hoeveelheid voorkomt en men dus in een ton erts slechts vier honderdsten van een milligram polonium kon aantreffen.

Door eene eindelooze reeks van bewerkingen gelukte het Mevrouw Curie met hare helpers uit 2000 kilogram pechblend 200 gram poloniumhoudend bismuth te winnen, waarvan de radio-actieve kracht betrekkelijk 3500 maal grooter was dan die van uranium. Deze 200 gram werden tot 1 gram herleid, dit ééne gram tot enkele milligrammen en deze ten slotte tot één tiende van een milligram, waarin een groot gedeelte van het oorspronkelijk in de 2000 kilogram erts voorhandene. En toen eerst was het polonium in betrek-