UIT JAPANS MYTHOLOGIE EN GESCHIEDENIS.

115

godsdienst de alles beheerschende was, Daarop volgen typische tooneelen uit het leven gedurende de Heian- en Foedsjiwara-penoden van 794—1050 n. Chr., van af het tijdstip dat Kioto tot hoofdstad en residentie des keizers gemaakt werd tot aan den val van het Foedsjiwarageslacht; de periode der oorlogen tusschen de geslachten der Mmamoto's en der Taira's, (1156 — 1185), waarvan de feiten sterk aan die der Rozenoorlogen herinneren; de perioden van Kamakoera (1192—1333), toen Kamakoera de hoofdstad der Regenten was, van Asjikaga (1338—1565) toen het regentschap door de leden der familie van dien naam werd gevoerd — een tijdperk, waarin de Japansche kunst op het gebied van schilderkunst, dichtkunst, bouwkunst, muziek en danskunst uitblonk en de dramatische kunst groote vorderingen maakte, terwijl de bevallige Cha no Yoe of theeceremonien, die nog ten huidigen dage door de voorstanders er van met weinig minder toewijding dan in de Middeleeuwen worden verricht den hoogsten graad van verfijnde weelde bereikten en tenslotte de Tokoegawa-periode (1603—1867), waarin 'onder de laatste der vele geslachten, die zich van de voorrechten en plichten van de Kroon hadden meester gemaakt, het feodale stelsel zijn toppunt bereikte.

Zoowel van de hand van Engelsche als van Amenkaansche schrijvers bestaan er vele geschiedenissen van Japan m het Engelsen geschreven, en wie de Japansche geschiedenis in bijzonderheden wil bestudeeren vindt in de werken van Kaempfer, Dixon, Murray, Adams en Griffis en bovenal m de werken van drie uitstekende Engelsche geleerden, batow, Aston en Chamberlain veel uitmuntend materiaal voor zijn'doel. Maar deze studie is geen lichte taak.

De geschiedenis der vroegste periode is mets dan een ingewikkelde mythologie met tal van onbegrijpelijke titels en die van de eeuwen daarna is grootendeels het verhaal van de oorlogen der met elkaar om de alleenheerschappij strijdende geslachten. Eerst in den aanvang der zestiende eeuw begint de geschiedenis eenigszins belangwekkend te worden voor Europeesche lezers, die er nu eene weerspiegeling van vele bladzijden hunner eigen geschiedenissen in zullen ontdekken. In dien tijd ontstond er aanraking tus-