BE NIEUWE TIJD EN ZIJN DICHTERS1.

De kuituur is dood; leve de kuituur!"

Dat is het teeken, waarin onze tijd staat.

Wij leven in den avond van een wegstervend tijdvak, tevens de vooravond van een nieuwe periode. Over de vale schemering van dalende grootheden schijnt het morgenrood van toekomstige ontwikkeling. Vlak naast eene overrijpe kuituur staan de jonge, krachtige uitloopers van een nieuwen tijd. Zinledig uiterlijk vertoon en oververfijnd genotleven naast een ernstig streven naar nieuwe levensidealen. Eenerzijds stort men zijne onbevredigde ziel in een roes van rusteloos en smakeloos genot of zoekt men, oververzadigd van alle rijkdommen des geestes en der aarde, vergetelheid in ongebreidelde excentriciteit; anderzijds wordt in blij geloof aan het leven aan de omschepping onzer levensvormen gearbeid. Eenerzijds armoede aan innerlijk leven en berustend vertwijfelend pessimisme; anderzijds hoogere levenslust en moedig strijden in boeken en tijdschriften en door practisch streven voor verbetering van bestaansvoorwaarden, lichamelijke opvoeding, gezonder levenswijze.

Maar hoe zijn wij gekomen tot dezen toestand, dien wij slechts daarom kunnen verdragen, omdat wij er een overgangstoestand in gevoelen, een begraven en tevens een nieuw

1) Naar een artikel van Friedrich Alafberg in Das Freie Wort, van 1 Aug. 1910.