DE HERSENEN VAN DEN HOND.

waarnemingen en handelingen door het verstand te laten leiden. Bij de geit, bij de kangoeroe is het zeer klein, bij de kat al grooter, en bij de honden bereikt het eene, waarschijnlijk naar gelang van het ras verschillende, maar in ieder geval die van de kat overtreffende uitbreiding. Gewis is de voorhoofdskwab bij den vos grooter dan bij den hond, en ongetwijfeld bereikt zij onder de dieren bij den aap de grootste ontwikkeling. Daarvandaan komt het dan ook, dat deze niet meer, zooals bijv. cle honden, een met den neus terugwijkend voorhoofd hebben, maar dat dit al eenigszins gewelfd is. De voorhoofdskwab bereikt bij de anthropoïde apen al een niet onbelangrijke uitbreiding, maar zij is nog zeer veel kleiner dan die van den mensch. Ook bij den mensch biedt zij nog belangrijke verschillen; de hersenen van idioten en zwakzinnigen naderen in dit opzicht meer de apenhersenen dan de menschenhersenen. Daar men uit den schedelvorm tot de ontwikkeling van de voorhoofdskwab kan besluiten, zoo weten wij met zekerheid dat de diluviale menschen, wier schedels wij gevonden hebben, kleinere voorhoofdskwabben hadden dan de tegenwoordige menschen. En iets dergelijks vinden wij ook bij cle primitieve menschenrassen, bij welke de overige deelen der hersenen zeer goed ontwikkeld kunnen zijn. Menschen, bij wie door een of andere ziekte of door gebrekkigen aanleg bij de geboorte de voorhoofdskwab achteruitgegaan of slecht ontwikkeld is, zijn altijd idioten. In hun aard openbaart zich duidelijk wat men zwakzinnigheid noemt. Lichamelijk worden de meeste dezer patiënten door een opvallende onrustigheid beheerscht, niets kan hen lang achtereen boeien, zij springen van den hak op den tak, en de vergelijking met een aap, die immers ook slechts een kleine voorhoofdskwab heeft, gaat bijna geheel op. Honden, bijv. de intelligente jachthonden, zijn in hun gewonen doen nog niet genoeg onderzocht ten opzichte van de gevolgen welke het wegnemen van de voorhoofdskwab heeft, maar onze laboratarium-honden verliezen door die operatie vooreerst het vermogen hun lichaam volkomen zoo te bewegen als een normaal dier, — dat hangt samen met de vernietiging van een baan die van de voorhoofdskwab naar de kleine hersew. B. IV. 1910. 95