DE HERSENEN VAN DEN HOND.

387

onderzoeken, waartoe het niet in staat is, hoewel het de zintuigen en de organen ter uitvoering ervan bezit. Ieder die zich met de dressuur van honden bezig gehouden heeft, weet dat hierbij het verstand de voornaamste rol speelt. Men moet het dier op iets opmerkzaam kunnen maken, anders mislukt alle dressuur. Daarom kan men dieren met zeer kleine voorhoofdskwab, bijv. muizen of konijnen, niet werkelijk dresseeren, terwijl honden en vooral apen daartoe zeer veel beter geschikt zijn. Heeft het dier eenmaal begrepen wat hij doen moet, dan komt het er slechts op aan door oefening de zintuigscentra van de herschenschors zoover te brengen, dat zij veel gemakkelijker dan vroeger in den zin van het verlangde werken. De bemiddelaar daartoe is de voorhoofdskwab1. In hoeverre handelingen, die wij een dier zien uitvoeren, met verstand gepaard gaan, is dikwijls moeielijk te zeggen, menigmaal brengt ons slechts het toeval er toe, op te merken dat een zekere, schijnbaar zeer verstandige, handeling heelemaal zonder begrip uitgevoerd wordt. Al jaren lang kan men in de Variété-theaters een buitengewoon scherpzinnige aap, tot de hooger staande soort der chimpansee's behoorende, aan wien men den naam van consul Peter gegeven heeft, een reeks van de verbazingwekkendste handelingen zien uitvoeren, die zoo menschachtig zijn, dat men onmogelijk acht dat ze niet door het verstand zouden zijn ingegeven. Men heeft hem geleerd om als een mensch te dineeren; na het diner ziet men, hoe hij eerst een kaars en daaraan een sigaar aansteekt. Maar nu heeft men meer dan eens opgemerkt, dat het dier, wanneer bijv. door tocht in het circus zijn lucifers herhaaldelijk uitgingen, het niet brandende houtje tegen de kaars hield en clan aan deze, die natuurlijk ook niet brandde, zijn sigaar

1) Ongetwijfeld bestaat er bij dieren zonder voorhoofdskwab ook een schijndressuur, die hoofdzakelijk daarin bestaat, dat men door langdurig aanwennen het onderdrukken van sommige reflexen, in de eerste plaats van den drang tot wegloopen, bereikt. Men komt daarmede niet verder dan tot een zekere temming, die dan, gecombineerd met allerlei helpende handgrepen, bij de vertooning bijv. van gedresseerde ganzen of schildpadden gemakkelijk de dwaling kan veroorzaken, dat men met iets meer ingewikkelds te doen heeft.