DE VERSPREIDING VAN PARASITISCHE ZWAMMEN.

393

dus best mogelijk, dat de ziekte reeds een of twee jaar vroeger uitgebroken is. Eerst in 1878 begon zij zich te verspreiden ; in het volgend jaar vinden wij haar reeds aan de Khöne en in Savoye; in 1880 in Midden- en NoordFrankrijk, in Algiers en in Tirol; een jaar later werden de wijnbergen van Griekenland en Portugal aangetast en in 1882 openbaarde de ziekte zich in den Elzas. In het vrijwel geïsoleerd wijnbouwgebied van den Caucasus verscheen zij eerst in 18S7, in 1890 in Brazilië en in het Kaapland, in 1891 had zij Silezië en in 1892 zelfs Noorwegen bereikt. Wij zien dus, dat zij in een tijdsruimte van elf jaar alle wijnbouwende landen had aangetast en sedert dien tijd is zij overal inheemsch en veroorzaakt jaarlijks, al naar de uitwendige omstandigheden, meer of minder schade.

Hoewel het niet onmogelijk zou zijn, dat de ziekte uit Noord-Amerika tegelijkertijd naar verschillende streken van Europa overgebracht is, pleit toch de weg, dien zij bij haar verspreiding door dat werelddeel genomen heeft, tegen deze onderstelling. Uit Zuidwest-Frankrijk sprong de ziekte naar het zuidoosten en naar Noorcl-Italië over en het blijft onbeslist of wij hier aan besmetting of aan een vernieuwd optreden moeten denken; van nu af echter is de verspreiding standvastig centrifugaal: eerst van cle Rhöne uit naar Midden- en Noord-Frankrijk en naar Zuid-Tirol; de overbrenging naar Algiers was natuurlijk het gevolg van de invoering van besmette Fransche wijnstokken; daarop voigt uit den zuidelijken besmettingshaard cle aansteking der Grieksche druiven; van uit Zuid-Frankrijk die der Portugeesche en uit Noord-Frankrijk wordt de ziekte naar den Elzas overgebracht. De besmetting der ver afgelegen landen volgde iets later en cle oorsprong daarvan is moeilijk na te gaan, maar overigens ziet men, door den loop der ziekte in Europa te volgen, duidelijk in, dat zij zich in concentrische cirkels verspreid heeft,

Sedert die jaren is de ziekte inheemsch geworden en vordert zij jaarlijks haar offers; al naar de weersgesteldheid woedt zij min of meer hevig en zelfs kan het gebeuren, dat de wijnstok weinig of niets van haar te lijden heeft. Het is zeker een groote vooruitgang, dat door het