420

KRANKZINNIGHEID EN BESCHAVING.

verdwijnen van vooroordeelen en van een beter inzicht van de massa des volks, dus een bewijs dat een hooger peil van beschaving bereikt is. Maar al geven wij niet toe dat uit de cijfers der krankzinnigenstatistiek het bewijs is te putten voor een toenemende ontaarding, toch blijkt het tegendeel daar ook niet uit, en tegenover de besliste overtuiging van ernstige mannen, als zou het treurig met ons gesteld zijn, gevoelen wij ons gedrongen andere bewijzen van het tegendeel bij te brengen.

De verzwakking van het zenuwgestel en van de psychische kracht behoeft zich niet dadelijk in den krassen vorm van krankzinnigheid te openbaren. Inderdaad hebben zij, die beweren dat ons volk bezig is te ontaarden, niet alleen het oog gericht op de zielsziekten, maar evenzeer op cle vermeerdering van al die storingen, die door het volk in het algemeen als zenuwstoringen beschouwd worden.

Cijfers kan men, wat dit punt betreft, nog minder vertrouwen dan waar het er op aankwam het aantal krankzinnigen na te gaan. Wij moeten ons tevreden stellen met subjectieve indrukken en met de besluiten, die wij daaruit kunnen trekken.

In de eerste plaats is het dan niet tegen te spreken, dat men tegenwoordig veel meer over zenuwlijden en nerveuse ontaarding hoort spreken clan vroeger, en dat de dagbladen en de letterkunde over het geheel met voorliefde vraagstukken behandelen, die op dit gebied te huis belmoren. Even zeker is het, dat het aantal zenuwartsen gestadig toeneemt, en dat de sanatoria voor zenuwlijders niet alleen in * grooten getale opgericht, maar ook spoedig bevolkt worden. Ondanks dit alles ben ik voor mij volstrekt niet overtuigd, dat van dezen kant ons werkelijk eenig gevaar dreigt. Vele dier zenuwstoringen, waarvan de niet te miskennen veelvuldigheid den indruk eener angstwekkende vermeerdering van zenuwlijden in het leven geroepen heeft, zijn van geringe beteekenis, grootendeels het gevolg van een ziekelijke waarneming van eigen lichaam, van verkeerde lectuur, van nabootsing of van suggestie. Een groot deel dezer zenuwlijders zou genezen zijn, zoodra het ons volk weer eens minder goed ging en elk individu zijn kleine bezwaren zou