ANTONIUS EN CLEOPATRA.

457

vreeselijke staatkunde van zijn tijd, uitgeput door arbeid en genot, ontzenuwd door de moeilijkheden, die ontstaan waren uit de innerlijke tegenstrijdigheden van zijne politiek, eindigde hij met de werkelijkheid uit het oog te verliezen, en liet hij zich medesleepen door de slimme solismen van Cleopatra naar een denkbeeldige wereld, waar de ernstigste moeilijkheden zich schenen op te lossen.

Zelfs indien Antonius besloten had, zich naar Egypte terug te trekken, zou hij niet gedurfd hebben, zooals toch natuurlijk was, zijn plan mede te deelen aan de romeinsche edelen, aan de bevelhebbers der legioenen, aan zijne omgeving. Hij vreesde den storm van protesten en de twisten, die door zijn voornemen zouden worden opgewekt. Van haar kant ook moest Cleopatra voor het oogenblik vreezen, waarop het plan van aftocht officieel zou bekend worden, want de romeinsche partij zou wanhopige pogingen aanwenden, om Antonius er van af te brengen. He koningin zou een laatsten strijd hebben te doorstaan, waarschijnlijk den hevigsten van allen.

Uit deze overweging is het plan van een zeeslag, om den aftocht te maskeeren, ontstaan. Dio meldt ons (50, 15), dat ,/Antonius en Cleopatra, om hunne bondgenooten niet beangst te maken, besloten, noch heimelijk noch openlijk te vertrekken, alsof zij de vlucht namen, maar als lieden, die van plan waren te strijden en zich ook een weg te banen, indien men hen trachtte tegen te houden". Deze belangrijke passage is wel duidelijk. Om de discussies en verwijten te ontgaan, die het plan van hunne vlucht naar Egypte zou opwekken, besloten Antonius en Cleopatra dat plan geheim te houden, het niet te openbaren voordat zij reeds vertrokken zouden zijn, het leger en de officieren voor een voldongen feit te plaatsen. Zij hoopten zóo de aarzelingen te overwinnen en de massa hunner manschappen tot volgen te bewegen.

Niettegenstaande het geheim wekte het vreemde idee een zeeslag te leveren, en sommige maatregelen door Antonius voor het gevecht vastgesteld, of ook wel de loopende geruchten, verdenking bij de meest helderziende lieden op. Dellius en Domitius begrepen, dat Antonius hun belang en