50

HET HUIS »DE HAAR."

De burcht werd stormenderhand door den vijand genomen en in brand gestoken. Met van Zuylen's goederen, waartoe Harmeien en Zuylen behoorden, werd Walraven, heer van Rrederode, begiftigd. In 1505 treedt heer Diederik opnieuw in zijn bezittingen. Hij herbouwt het kasteel, dat in 1536 riddermatig door de Staten van Utrecht wordt erkend.

In de 17de en de 18de

eeuw wordt het nu eens door deze dan weer door gene oorlogvoerende partij bestormd en. ten deele verwoest tot het in de rampspoedige oorlogsjaren 1672 en 1673 als verblijfplaats van krijgsgevangenen dient. Omstreeks 1770 is het kasteel voor 't laatst bewoond geworden door Messire Karei de Stembor, die het in buur had van zijn verwant Baron van Zuylen van Nyevelt van de Haar. Deze vermaakte het aan den grootvader van den tegenwoordigen eigenaar Etienne, Gustave, Frédéric Baron Van Zuylen van Nyevelt van de Haar, in 1860 te Brussel geboren, in Frankrijk opgevoed en sedert verscheidene jaren te Parijs verblijf houdend. Baron Etienne, een der eerste sportmen op de internationale courses, en een der eerste cavaliers uit de hoogste kringen der Europeesche aristocratie, is bij de restauratie van zijn voorvaderlijk

kasteel niet weifelend (»non titubans", gelijk zijn wapenspreuk luidt) te werk gegaan. In den zomer van 1891 was het plan der verbouwing gerijpt en twee jaren later — den 3"e" Juli 1803 — werd in een der haastig getooide zalen van den burcht, na anderhalve eeuwvan doodschheid en verval een feestmaal aangericht, dat door kleurenpracht en schittering van edel metaal, weefsel en kristal, bloemen en meubelen niet bij de festijnen van de burchtridders uit het Bourgondische tijdperk behoefde achter te staan.

Men is ongeveer vijf jaren bezig het riddermatig kasteel, onder de meergemelde leiding van Dr. P. J. H. Cuypers, lot den oorspronkelijken middeneeuwschen toestand terug te brengen. Wanneer de burcht ter bewoning gereed zal wezen, en aan enkele uitverkorenen kan

Dorpsplein.