EEN DAG IN HET OUDE BABYLON.

307

Aantee keningen.

Misschien zullen sommige lezers, hoewel zeer goed wetend, dat de bouwvallen van Babyion thans aan den linkeroever van den Euphraat liggen, zich uit hun schooltijd herinneren, dat b.v. in den tijd van Herodotus, de Euphraat midden door Baby Ion liep. Toen lag het complex der paleizen, die in het verhaal het Zuider-, Midden- en Noorderpaleis genoemd werden, op den rechteroever, en het paleis ter plaatse van den heuvel Babil op den linkeroever van den Euphraat.

Hierdoor was het mogelijk, dat Alexander de Groote, toen hij zich had voorgenomen den in puin gevallen toren van Babel weder op te bouwen — een plan dat door zijn spoedigen dood niet tot uitvoering kwam —, het puin van den toren te water kon vervoeren naar een open veld, waar de hoop puin nu onder den naam van den Noordelijken Homeraheuvel bekend is, want dat veld lag toen dicht bij den linker-oever van den Euphraat.

Maar een eeuw vroeger, toen Nebukadnezar regeerde, zou de Euphraat ten Westen van den toren van Babel, van Esagila en van de paleizen geloopen hebben. Alleen maar wat oostelijker, dicht bij den ringmuur van den toren en dicht bij de paleizen, zooals o.a. uit de plaats der bouwvallen van de Euphraatbrug is afgeleid. Vermoedelijk liep hij toen ook dicht langs het paleis van den Babil-heuvel.

Of die groote verandering in die ééne eeuw een werk der natuur was, dan wel geheel of deels een werk van menschenhanden, zij hier in het midden gelaten.

Waar het Arachtoe-kanaal geloopen heeft, schijnt ook niet met eenige zekerheid bekend. In het algemeen kan men zeggen, dat de Euphraat — ten deze zeer verschillend van den Tigris die door een vasteren grond loopt — zijn loop telkens wijzigt, en dat de kanalen in Mesopotamië meestal slechts korten tijd bruikbaar blijven. Een en ander ten gevolge van het groote slibgehalte van het Euphraatwater, dat daarom in het Oosten levend water heet, terwijl zuiver water dood water genoemd wordt.