LUCHTVERKEER OVER DEN ATLANTISCHEN OCEAAN

evenmin kon men redelijkerwijze één van de belanghebbende nationale ondernemingen er alleen voor laten opkomen. Wenschte men een ontwikkeling zonder onnoodig kostbare concurrentie en verspilling van energie, dan moesten de verschillende betrokken landen samenwerken; een gemeenschappelijk kennis-reservoir moest worden gevormd, ten einde zoo snel mogelijk te kunnen vorderen, en de kosten moesten verdeeld worden.

Wat betreft de in hoofdzaak bij de aangelegenheid betrokken deelen van het Rijk — Groot-Brittannië, Canada en den Ierschen Vrijstaat — werd besloten tot oprichting van een gemeenschappelijke exploitatie-maatschappij, die na voltooiing van den aanvankelijken experimenteelen arbeid het beheer zou kunnen overnemen. De bedoeling is, dat een vertegenwoordiger van de Engelsche Regeering in deze maatschappij 51% van het kapitaal in handen zal hebben, en vertegenwoordigers van de Regeeringen van Canada en den Ierschen Vrijstaat elk 2414%. De Engelsche vertegenwoordiger, de Imperial Airways, zal drie van de negen directeuren benoemen, waaronder de President en de Bedrijfsleider. Een delegatie werd naar de Vereenigde Staten gezonden en overeenstemming werd bereikt omtrent wederkeerige landingsrechten; een nauwe samenwerking met de Pan-American Airways was reeds tot stand gebracht.

Ter bevordering van dit plan overweegt de Regeering der Vereenigde Staten het betalen van een groot subsidie voor den postdienst en ofschoon de maatschappij, die dit subsidie eventueel zal ontvangen, nog niet met name genoemd is, wordt algemeen aangenomen, dat dit de Pan-American Airways zullen zijn. Men heeft critiek uitgeoefend op het feit, dat klaarblijkelijk een Engelsch-Amerikaansch monopolie wordt geschapen; en er is ten sterkste op aangedrongen, dat geen enkel eventueel aan te nemen plan de uitsluiting van andere landen van het gebruik van alle normale faciliteiten zou inhouden. Redelijke medewerking zou verleend moeten worden aan luchtvaartdiensten in andere landen, die in de practijk hun sporen verdiend hebben en die van de faciliteiten op de voorgestelde route gebruik zouden willen maken.

Dit wat betreft den zuiver financieelen achtergrond, waaruit