TERRIËR DE MONCIEL

landsche zaken, Clavières voor financiën, Servien voor oorlog en Dumouriez voor buitenlandsche zaken.

Roland, die uit Lyon afkomstig was, was een karakterloos man, die onder de plak zat van zijn eerzuchtige vrouw, die haar roem voornamelijk te danken heeft aan den uitroep, dien zij slaakte toen zij op het schavot gebracht werd: ,,0 vrijheid, hoeveel misdaden worden in Uw naam begaan!"

De intrigante generaal Dumouriez was De Lessart opgevolgd als minister van buitenlandsche zaken. Dadelijk na zijn ambtsaanvaarding kwamen er rampen. Nadat hij den oorlog had doen verklaren aan Pruisen en Oostenrijk, hadden de Fransche troepen, die in het noorden een nederlaag hadden geleden, hun generaal Dillon vermoord.

Lodewijk XVI, van alle kanten misleid en door zijn omgeving weinig gesteund, bleef halsstarrig zijn veto stellen tegenover de decreten, die men hem wilde laten bekrachtigen. Een van deze decreten bedreigde de weerspannige priesters met verbanning. Een priester, die den eed geweigerd had, kon het land uitgezet worden, als een desbetreffend verzoekschrift werd ingediend, dat door 20 burgers onderteekend was en dat goedgekeurd was door het districtsbestuur.

Een ander decreet betrof de vorming van een kamp van 20.000 man onder de muren van Parijs, een soort pretoriaansche garde. Dit werd door de extremisten geëischt als tegenwicht tegen de grondwettelijke koninklijke garde, die 6000 man sterk was.

Op 10 Juni had Roland hierover aan den koning een beleedigenden brief geschreven, die gepubliceerd werd.

Dit was te veel voor Lodewijk XVI. Daarom wilde hij Roland en de meeste andere ministers ontslaan.

Op 13 Juni zëide hij tegen Dumouriez: ,,U moet blijven met Lacoste en dien goeden Durenton".

Eerst bleef Dumouriez, maar toen de koning bleef weigeren, de decreten te bekrachtigen, nam hij op 16 Juni zijn ontslag. En op 18 Juni nam Terriër de Monciel het aanbod van den koning aan, om binnenlandsche zaken op zich te nemen. Hij had dus slechts twee dagen, om te trachten datgene te voorkomen, wat de geschiedenis zou leeren kennen als „den