DE INDIRECTE WERKING DER MUZIEK

Maar om tot het onderzoek naar de werking van Bach's muziek te komen. Die muziek oefende een merkbaren invloed uit op de mentaliteit. Alleen reeds de mathematische geest van zijn fugatische composities droeg belangrijk tot dien invloed bij. Door hun „imitaties" en stretto's maakten zij ook een gemakkelijker „geven en nemen" in het rijk van den geest mogelijk; of, liever, bevorderden zij de uitwisseling en dooreenwerking van denkbeelden: want wat is een fuga anders dan de wisselwerking, volgens een of meer muzikale gedachten, tusschen elkander op afstand volgende partijen? Van het oogenblik, waarop Bach's muziek zich naar het buitenland verbreidde, dateert het sterk verhoogde verstandelijke vermogen van het Duitsche volk en de inspanning van sommige van zijn grootste denkers; evenzoo was aan zijn muziek de rijke oogst van na hem komende Duitsche componisten te danken. De reden, waarom Duitschland en niet Engeland op dat punt zoo productief was, ligt in het onderscheid tusschen den invloed van Bach en dien van Haendel. Hoe onafwendbaar en zegenrijk in menig opzicht Haendel's oeuvre gewerkt moge hebben, het stond vijandig tegenover het oorspronkelijk denken en de voortbrengselen van scheppende musici; en daaraan is het toe te schrijven, dat in Engeland, na Purcell, de meest kleurlooze periode van 's lands muzikale geschiedenis begon. Doordat Haendel, onder meer, indirect tot conventionalisme inspireerde, waren de Engelsche componisten na hem conventioneel en middelmatig; zij hechtten te veel aan eerbied voor de traditie en waren daarom navolgers, geen scheppers; eerst toen zijn invloed ging tanen en door anderen werd geneutraliseerd, leefde de Engelsche muziek weer op.

Maar dit beteekent niet, dat Bach's muziek niet tot eerbied aanspoorde: het tegenovergestelde was het geval; maar bij hem was het een ander soort eerbied: een van meer intellectueelen, meer bespiegelenden en daardoor minder zuiver emotioneelen aard. De Ehrfurcht der Duitschers geldt de successen van groote mannen, de diepe kunst, de karaktergrootheid — zij openbaart zich in een anderen vorm dan dien wij in verband met Engeland hebben leeren kennen; zij is meer philosophisch en minder religieus conventioneel. Inderdaad wekte Bach met zijn muzikale logica een merkwaardigen smaak voor philosophie in het Teutoonsche volk. Zelfs nog ongeveer dertig jaren geleden, toen zijn invloed reeds sterk vermengd was met dien van anderen, was, terwijl in Engeland oud en jong liever praatten over cricket, voetbal of golf, de Duitsche jeugd ernstig vervuld van het „waarom, van waar en waarheen" van het menschelijk bestaan.

Aldus de algemeene werking van Bach's monumentaal genie. Maar ook zijn kleinere en minder diepzinnige werken hebben een