20

HET WEZEN DER GRIEKSCHE TRAGEDIE.

Moge Aristoteles' boek over de dichtkunst kort en fragmentarisch zijn, het is het eenige critische geschrift over een bepaalden vorm van kunst, dat uit de oudheid tot ons is gekomen en dat is geschreven door iemand, die gesproken had met menschen, die wat gezien en gekend hadden van de grootheid van Athene in de vijfde eeuw vóór Christus. Dionysius,x) Demetrius2) en de schrijver van een verhandeling over het verhevene zijn door eeuwen gescheiden van de werken, die zij bespreken. Letterkundige critiek is een bezigheid op zichzelf geworden en het besef van de nauwe betrekking tusschen letterkunde en leven was nauwelijks bij hen aanwezig. Zij concentreeren zich te veel op de woordelijke of formeele volmaaktheid van de Grieksche schrijvers en verbreken die oorspronkelijke eenheid van leven en kunst, die de kostelijke en unieke eigenschap is van den scheppenden en artistieken geest in de vijfde eeuw vóór Christus.

Dat Aristoteles' critiek op een bij zonderen vorm van kunst bewaard bleef, is een groot geluk, en ons besef daarvan wordt in hooge mate versterkt, nu het Grieksche treurspel het voorwerp van zijn critiek is. Want het treurspel, dat zulk een verwonderlijke plaats in de Europeesche letterkunde heeft ingenomen, is de bijzondere schepping van de Grieken. Epische en lyrische poëzie vindt men in de geschriften van het Oosten. Bouw- en beeldhouwkunst bereikten pracht van vormen langen tijd vóór de gouden eeuw van Athene. Het tragische tooneelspel schijnt de bloem te zijn, die het Grieksche genie kenmerkte en waarin al haar andere letterkundige vormen werden vereenigd, zoodat het de schitterende schoonheid van het episch verhaal en van de verschillende wijzen van lyrische inspiratie bevat, vereenigd in een grootere en diepere harmonie dan één van deze kunstvormen op zichzelf had kunnen bereiken, het symfonische levensgedicht. Na het verdrijven van de Perzen uit Griekenland in 479 wordt het treurspel te Athene de hoogste vorm van letterkundige

1) Dionysius van Halicarnassus, die pl.m. 30 jaar vóór Christus te Rome leefde. Zijn Romeinsche geschiedenis is van groot belang voor de geschiedenis der Grieksche letterkunde. (Vert.)

2) Demetrius van Magnesia, tijdgenoot van Cicero, schreef een boek over dichters en schrijvers, die een gelijken naam dragen. (Vert.)