VAN DE DUITSCHE EENHEIDSBEWEGING.

75

duidelijk uitkomt. Maar dit negeeren van de bestaande Duitsche Statenwereld kwam niet voort uit individualisme, doch uit de nationaal-politieke opvatting, die de oude Duitsche Statenwereld vervangen wilde door een op de volksbasis op te bouwen nationalen Staat. Het ideaal van den nationalen Staat, dat de vertegenwoordigers der eenheidsbeweging in zich omdroegen, was alles behalve een individualistisch staatsbegrip, maar een echt robuust staatsgezag. In verband daarmee eischte de eenheidsbeweging ook een vastberaden en krachtige buitenlandsche Duitsche politiek en haar oppositie tegen de Regeeringen wortelt dan ook daarin, dat men de heele buitenlandsche politiek sinds de vrijheidsoorlogen niet zonder reden zwak vond. Vooral in de laatste tijden treedt de eisch van een buitenlandsche politiek, die vastberaden de macht en de eer van het volk naar buiten zou voorstaan, met voor een deel geprononceerd oorlogszuchtige strekking, zeer sterk op den voorgrond. Dat Pruisen ook hier de verwachtingen der eenheidsbeweging teleurstelde, is mede een oorzaak van het conflict.

Van dit verlangen naar een krachtiger politiek tegenover het buitenland kon een weg naar Bismarck voeren en heeft dat tenslotte dan ook gedaan. Aanvankelijk echter was de tegenstelling en de strijd tusschen hen onvermijdelijk en deze strijd, die tusschen de aanhangers van den Duitschen Staat met de Pruisische spits, en den man, die dit ideaal verwezenlijkte, ontbrandde, is noch aan den een noch aan den ander persoonlijk te wijten, maar een noodzakelijk gevolg van de absoluut verschillende standpunten, waarvan beiden uitgingen. In de eerste plaats spraken beweegredenen van buitenlandsche politiek mee. Het is op zich zelf niet zonder meer juist, zooals men vaak meent, dat de eenheidsbeweging alleen oog gehad zou hebben voor den Duitschen, niet voor den Europeeschen kant van het Duitsche vraagstuk, noch voor de vragen op het gebied der buitenlandsche staatkunde, die er mee samenhingen. Maar haar houding inzake buitenlandsche politiek, waarbij ongetwijfeld voor een deel ook binnenlandsche belangen meespraken, was van oudsher onwrikbaar anti-Russisch en anti-Fransch geweest en met Rusland ging Bismarck samen, met Frankrijk scheen hij