NIEUWE OPGRAVINGEN IN ITALIË.

105

Mengarelli, die in Cervetri gewerkt heeft, nabij het oude Nekropolis een geweldige ravijn, waarin zich aan beide zijden randen van graven van twee verdiepingen boven elkaar vertoonden, laten reinigen en opruimen. Hij wachtte toen met het openen van deze graven, totdat de geheele ravijn ontruimd was, om eerst daarna te durven uitmaken, of het gevondene behoorde tot den Helleenschen tijd.

Tot de opgravingen, waarvan men zeker is, dat zij zullen beantwoorden aan de groote verwachtingen, behooren die, in Herculaneum ondernomen. Er waren twee redenen, waarom men nog steeds aarzelde deze stad, die men Pompeji's ongelukskameraad van 79 jaar vóór Chr. zou kunnen noemen, aan het daglicht te brengen. In de eerste plaats werd Herculaneum evenals Pompeji bij de uitbarsting van de Vesuvius bedekt met een dikke laag puimsteen en asch, die betrekkelijk gemakkelijk verwijderd zou hebben kunnen worden, wanneer deze uitgestooten massa's aan steen en asch zich niet vermengd hadden met regenwater en sedert verhard waren tot een compacte laag op tufsteen gelijkend cement. In de tweede plaats lag boven op de begraven stad het moderne oord Resina. Men begon met eene poging, de daaronder gelegen stad te voorschijn te brengen. In het jaar 1738 ving de overste Alcubierre zijn onderzoekingen daartoe vol ijver aan, doch hij werkte zonder eenigen wetenschappelijken grondslag. Zijn methode van opgraven was,door middel van onderaardsche gangen onder de harde buitenlaag door te dringen tot in de stad. Inmiddels werd in 1765 belangstelling gewekt voor de opgravingen van Pompeji, waardoor die voor Herculaum op den achtergrond geraakte en zelfs eigenlijk geheel verflauwde. Men stopte de onderaardsche gangen weder dicht, teneinde instortingen van de daar bovenop liggende gebouwen te voorkomen, doch eerst nadat de opgraving van het theater was voltooid. Tenslotte werd na een lange onderbreking het werk in 1828 weer opgevat en daarop met langere en kortere tusschenpoozen voortgezet tot in 1875. O.a. werden een paar kwartieren, die naar de zee gekeerd lagen, vrijgemaakt. Onder het te voorschijn gebrachte bevonden zich een groot aantal plannen en teeke-