DE UITKOMSTEN YAN HET ONDERZOEK

VAN DE BLOEDGROEPEN IN HARE BETEEKENIS VOOR DE RECHTSPRAAK.1*

DR. H. WILLER TE WURZBURG.

In de gerechtelijke geneeskunde is in zake het bewijs het onderzoek van het bloed een bijzonder belangrijk element. Het identificeeren van bloedsporen van elke herkomst heeft in den loop der laatste tientallen jaren eene ontwikkeling verkregen, die waard is hier in het kort geschetst te worden.

Tot voor weinige jaren was de hoofdvraag nog deze, of sommige verdachte vlekken bloed bevatten en voorts, of dat menschen- of dieren-bloed was.

Vroeger pleegde men zich hiermede tevreden te stellen, dat het aantoonen van roode bloedlichaampjes in een vlek als beslissend werd beschouwd en met behulp van meting van de gevonden bloedlichaampjes wilde men ook de vraag beantwoorden, of men met het bloed van een mensch of van een dier te doen had. Deze methode moeten wij thans als onvoldoende beschouwen, omdat vorm en omvang der bloedlichaampjes door ouder worden en fysieke en chemische invloeden vele wijzigingen ondergaan. Wij hebben geleerd ook in de oudste vlekken nog het bestaan van eene vaste stof aan te toonen die, aanvankelijk aan de bloedlichaampjes gebonden en ook aan verscheidene veranderingen onderworpen, toch nog gedurende geruimen tijd aanwijsbaar blijft, dat is de bloed-kleurstof. Wij toonen ze makro- en mikroche-

i) Ontleend aan „Zeitschrift fur die gesamte Strafrechtswissenschaft," Berlin, Band 49, Heft 3/4.