DE INVLOED VAN HET GOUD IN DE POLITIEK.

245

zooals Duitschland in 1866 en in 1870 deed — door te vertrouwen op de oorlogsfortuin; zij moet het gevolg zijn van samenwerking tusschen de volken. Die samenwerking wordt gebiedend vereischt in een werelddeel zoo dicht opeengepakt als Europa, waar hare afwezigheid zich onmiddellijk op een niet twijfelachtige wijze voelbaar maakt. De onderlinge afhankelijkheid van de Europeesche Staten wordt het best gedemonstreerd door de nauwe banden waarmede hun centrale banken tegenwoordig aan elkaar zijn geketend, n.1. degene, welke de zorg voor hun respectievelijk muntwezen dragen. De Vereenigde Staten van Europa mogen in politiek opzicht wellicht nimmer vasten vorm aannemen1), uit economisch oogpunt beschouwd bestaan zij reeds en hun „Uitvoerende Macht" komt bijeen in de studeerkamer van den President van de „Bank of England" of in dien van zijn collega van de „Banque de France" of van de „Deutsche Reichsbank." Hier zien wij de macht, uitgeoefend door het goud in de politiek.

Laat ons een concreet voorbeeld geven. De Banque de France is tegenwoordig een van de rijkste onder de banken, voor zoover haar bezit aan vreemde equivalenten van goudwaarde betreft. In het voorjaar van 1927 waren de financieele kringen in de City eerst verbaasd en toen verontrust over het feit dat de bankrente, tegen de verwachting in, eene neiging vertoonde om te stijgen in plaats van te dalen. Men ontdekte dat dit het gevolg was van den aankoop van goud door de Banque de France, die een deel van haar enorm bezit aan vreemde waarden wilde omzetten in een voorraad edel metaal. De toestand werd zóó moeilijk, dat een persoonlijke tusschenkomst van Baldwin door tusschenkomst van den Franschen Gezant te Londen noodig werd en Moreau, de President van de Banque de France, kwam te Londen om zijn Engelschen collega te bezoeken. In 1928 werd opgemerkt, dat de goudreserve van de Reichsbank begon toe te nemen en tegen het einde van den zomer werd het duidelijk dat dit, ten deele, een gevolg was van de neiging der Banque de France om opnieuw orde te stellen op hare vreemde waarden. Wij weten

1) Toen dit geschreven werd, was van de plannen van Briand met betrekking tot het bedoelde onderwerp nog niets bekend. (Red.)