KNUT HAMSUN 70 JAAR.

263

spreken het sterkst tot menschen die jonger van jaren zijn dan de dichter was, toen hij ze schreef.

En zoo staan wij dan voor de onmogelijke taak te moeten verklaren waarom deze boeken op de eene jonge generatie na de andere zoo sterk hebben gewerkt — en waarom het — in het algemeen genomen — zich moeielijk laat denken dat een jong lezer zich aan hun betoovering kan onttrekken.

Om te beginnen dit: Er waren oogenblikken van verliefdheid, van vernedering, van hartstocht en smart, waarvan men niet eens had gedacht ze zelfs in herinnering te kunnen bewaren, laat staan ze in woorden te kunnen weergeven. Plotseling waren ze daar in die boeken van Hamsun. Maar ofschoon nu het wonder was geschied en het model voorhanden lag, is niemand tot nu toe ooit in staat geweest ze na te bootsen. Gemakkelijk zou men er toe komen de gevolgtrekking te maken, dat we hier werkelijk tegenover tooverspel staan of liever dat deze kunst het gevolg is van een aangeboren aanleg, dien men niet nader kan verklaren. Maar hoe zit dat dan? Nooit is bij een kunstenaar alles te verklaren uit aangeboren talent. In de dierkunde spreekt men van kenmerken van aanleg — aangeboren eigenschappen waarmee rekening moet worden gehouden als een vast uitgangspunt — en van verschijnselen van bijzonderen aard, die ontstaan uit aangeboren aanleg onder inwerking van omstandigheden, van omgeving, van alle levensverhoudingen bijeengevat.

Deskundigen zeggen dat bloemen en vruchten fijneren geur en smaak hebben in het Noorden, waar het koelere klimaat en zwakkere zonlicht den bloei tegenhouden, dan in de tropen waar zon en warmte alles in minder dan geen tijd doet rijpen. Een der oorzaken dat Hamsun's jeugdboeken hun heel eigenaardige waarde kregen, is misschien te zoeken in het feit dat ze „uitgesteld" werden. Hamsun's moeielijke levensomstandigheden in zijn jonge jaren, zijn omdolingen en de tijden van nood en ontbering, toen hij ten slotte honger leed, zijn ontwikkeling op eigen hand, die hem tot langer en bitterder strijd met den kunstvorm dwong dan andere schrijvers wel hebben, — al die hindernissen en moeielijkheden, die een man van minder krachtig, minder overwegend talent zouden hebben geknakt, dwongen hem keer op keer tot uitstellen,