DE GRENZEN VAN HET HEELAL

bestaan er nog kogelvormige sterrenhoopen en spiraalnevels. De eerste, ongeveer honderd in aantal, zijn verzamelingen van sterren (van eenige duizenden), die 20.000 tot 200.000 lichtjaren van ons verwijderd zijn. Hun middellijn bedraagt 200 tot 300 lichtjaren. Zij rangschikken zich volgens hetzelfde vlak, het Melkwegvlak; ook ons „lokaal systeem" vertoont overeenkomstig dit feit een afplatting. Daaruit blijkt, dat het „lokale systeem" niet de gezochte grootere eenheid kan zijn, doch met de kogelvormige sterrenhoopen tot een grooter systeem, het Melkwegsysteem moet worden vereenigd. Nu doen zich deze beide moeilijke problemen voor:

1. Wat is de verhouding van het „lokale systeem" tot het Melkwegsysteem ?

2. Is het Melkwegsysteem de gezochte grootere dynamische eenheid?

Beide vragen zijn tot nu toe nog vrijwel onopgelost. Wat de eerste vraag betreft, is de tegenwoordige opvatting ongeveer zóó, dat het lokale systeem zich van de overige deelen van het Melkwegstelsel niet duidelijk laat scheiden, doch dat beide stelsels elkaar doordringen. Het heeft den schijn of de wolk van het lokale stelsel in het gebied der in het overige veld liggende sterren is binnengedrongen, zoodat wij twee elkaar doordringende sterrenstroomen voor ons zien. De tweede vraag, die naar den aard van het Melkwegstelsel, hangt nauw samen met de vraag naar den aard van den spiraalnevel. Deze nevels dragen hun naam ten onrechte, want het zijn geen nevels, doch reusachtige verzamelingen van sterren. Die het dichtst bij ons gelegen is, de Andromedanevel, heeft een afstand van 900.000 lichtjaren en zijn middellijn bedraagt ongeveer 45.000 lichtjaren. De overige zijn belangrijk kleiner, hun middellijnen schommelen om een lengte van 15.000 lichtjaren. Men heeft een tijd lang geloofd, dat ons Melkwegsysteem ook zulk een spiraalnevel was. De grootte van zijn middellijn, rond 200.000 lichtjaren, stemt daarmee evenwel slecht overeen. De tegenwoordige opvatting is eerder zoo, dat het lokale systeem met een spiraalnevel te vergelijken is en dat ons Melkwegstelsel te beschouwen is als een losse verzameling van spiraalnevels, zooals het Pegasus-Quintet