WAPENFABRICAGE EN WAPENHANDEL

drong aan op ratificatie van de Conventie betreffende den Handel in Wapenen van 1925 en op actie ten aanzien van de controle op particuliere fabricage. In plaats dat men opdracht gaf aan de Voorbereidende Ontwapeningscommissie, die destijds (1926) haar taak opvatte, werd een Speciale Commissie ingesteld, welke onder haar leden vertegenwoordigers telde van elk der veertien regeeringen, die zitting hadden in den Raad. De Vereenigde Staten werden uitgenoodigd een vertegenwoordiger te zenden, en dat deden zij ook, meestal in den persoon van Hugh Wilson, Gezant van de Vereenigde Staten te Bern.

Toen men in 1929 inzag, dat geen overeenstemming kon worden bereikt, werd een bemiddelende ontwerp-conventie betreffende het toezicht op de particuliere wapenfabricage voorbereid. Zooals men zal opmerken, maakten de Vereenigde Staten op twee punten voorbehoud: ten eerste ten aanzien van de luchtmacht in het hoofdstuk Categorieën, en ten tweede onder Toezicht en Publiciteit, waaromtrent zij het volgende opmerkten:

De delegatie van de Vereenigde Staten van Amerika vestigde nog eens de aandacht op haar vroeger afgelegde beginselverklaring, welke inhield, dat haar Regeering niet bij machte is, de particuliere fabricage, die plaats vindt onder de jurisdictie van die Staten, welke de Vereenigde Staten van Amerika vormen, een stelsel van vergunningen voor te schrijven of op te dringen.

Op dit oogenblik was, in weerwil van het Pact van Parijs (1928), de bewapeningswedloop in vollen gang en de bewapeningsbelangen deden hun invloed gelden. Maar zelfs al werd er een voortdurende propaganda gevoerd door departementen van oorlog en marine en door wapenfabrikanten, toch bleven bepaalde groepen in Europa aandringen op beperking van militaire uitgaven. Men liet niet toe, dat de Regeeringen het onderwerp geheel negeerden, en de kwestie van de particuliere wapenindustrie werd door de eene commissie na de andere bestudeerd.

In Januari 1921 zien wij, dat de Raad besluit, de Speciale Commissie bijeen te roepen „zoodra de Commissie van