EEN STIJVE AARDKORST EEN WAANVOORSTELLING

Afrikaansche zinkende gebied teekent zich door bewegingen in den tegenwoordigen tijd af. Rijkelijk optredende aardbevingen en vulkanisme zijn ook hier de uiterlijke kenteekenen. De bewegingen begonnen in de Tertiaire periode. De inzinking van strooken van de aardkorst is zóó groot, dat bijv. de bodem van het Tanganjikameer bijna 700 meter onder den zeespiegel van den Indischen oceaan ligt, die van het Njassameer bijna 400 meter. In de noordelijke voortzetting van deze diepe zone ligt de spiegel van de Doode zee in Palestina 392 meter beneden den spiegel van de Middellandsche zee, haar bodem op de diepste plaatsen zelfs tot 800 meter. Wanneer de bewegingen in deze dieptezone in dezelfde mate verder gaan, wordt een volledige afscheiding van de oostelijk dezer diepte gelegen deelen van het Afrikaansche continent slechts een kwestie van tijd en een zeearm zal door de dieptezone van Afrika baan breken, zooals dat reeds met de Roode zee het geval is, waardoor Arabië reeds geheel van het Afrikaansche continent gescheiden is, ofschoon het geschiedkundig en volgens zijn bouw daartoe behoort.

Jonge bewegingen zijn ook bekend van de kusten van Zuid-Afrika, waar meestal een verheffing van den bodem valt waar te nemen, bijv. aan het Kaapschiereiland tot 13 meter sedert het Diluvium toe.

De snelste bewegingen, die wij tegenwoordig op aarde kennen, spelen zich af in Californië. Zij kunnen vervolgd worden tot minstens in de Tertiaire periode en voltrekken zich tegenwoordig nog in dezelfde mate. Parallel loopend aan de kusten verschuiven in Californië groote strooken van de aardkorst langs scherpe glij vlakken in een horizontale richting. De dichter bij de kusten gelegen strooken bewegen zich sneller dan de meer landwaarts gelegene, d.w.z. de beweging neemt naar het binnenste van het continent toe langzaam af, om ten slotte geheel op te houden. Californië beweegt zich dus in horizontale richting naar het noordwesten toe, het Amerikaansche continent omgekeerd naar het zuidoosten.

Deze bewegingen zijn zóó snel, dat zij telkens tot zeer belangrijke plaatsveranderingen leiden. Deze worden voortdurend gemeten en gecontroleerd; de verschuiving van de opgenomen punten kan nu reeds over een tijdru