BIJ DEN MENSCH?

temperatuur zich geheel naar den plaatselijken tijd regelden en niet naar den tijd van de plaats van afvaart. Dit alles wijst er op, dat dat rhytme labiel is en niet met de verlichting samenhangt.

Vier-en-twintig-uursperioden zijn al lang vastgesteld bij de planten, waarbij de bloembladeren volgens een vast rhytme zich openen en sluiten. Op geen wijze is het echter gelukt, in tegenstelling van de ondervinding bij mensch en dier, hierop te influenceeren, al lag het ook voor de hand de verlichting als oorzaak te beschouwen. Vermoedelijk regelt nu het hormoon, waarover hier gehandeld wordt, ook dat 24uurs-rhytme; dat zou dan geschieden in de hersencentra die zoo innig met de hypophysis in relatie staan. Injectie toch van dit hormoon" ïn het hersenvocht dichtbij deze centra, doet de lichaamstemperatuur dalen en het bloedsuikergehalte stijgen. Daar hu gebleken is, dat juist in den tijd (de vroege morgenuren), waarin die verandering in temperatuur en bloedsuikergehalte intreedt, het bloed het rijkst aan dit hormoon is, ligt het voor de hand aan te nemen, dat dit hormoon het 24-uurs-rhytme beheerscht. We moeten dan aannemen, dat de mensch van de intensiteit der verlichting zeer afhankelijk is en de dag-en-nachtwisseling grooten invloed op hem uitoefent. Dit was nu wel geen nieuws, maar het mechanisme, hoe dat tot stand komt, wel. De mensch is door zijn voornaamste zintuig een z.g. „lichtwezen". Dat volgt ook al uit het feit, dat de mensch een voortdurende rustphase,,,deslaap",desnachts doormaakt en een bewegingsphase overdag. Deze eigenschap deelt de mensch met andere lichtwezens, n.1. de vogels (behalve dan enkele nachtvogels zooals de uil), terwijl de meeste zoogdieren, bij wie reuk en gehoor de voornaamste zintuigen zijn, geen eigenlijken nachtslaap hebben zooals mensch en vogel die hebben, maar voor elke diersoort weêr een wisselenden rusttijd of rusttijden in het etmaal. De groote invloed, die de dag-en-nacht-wisseling op den mensch uitoefent, blijkt ook op andere wijze, n.1. uit het feit, dat de gewichtigste gebeurtenissen in het menschelijk leven veelal 's nachts plaats grijpen. Het meerendeel van het menschdom wordt 's nachts geboren en sterft ook 's nachts, vooral in de vroege morgenuren tusschen twaalf en vier.