DER KLEINE NEUTRALE STATEN VAN EUROPA

sterker dan veel andere naties zich bewust zijn van de onvoldoende veiligheid, die men heeft te verwachten van wapeningen en een systeem van garanties1)"; nu heeft het gedemilitariseerde Denemarken plotseling de geduchte bedreiging zien opduiken van de rassistische regeering, die zich niet ontzien heeft om te doen blijken van de bedoelingen, die zij ten opzichte van dat land koestert; het schijnt dus logisch, dat Denemarken zijn nationale verdediging reorganiseert.

Wat Zwitserland betreft, weet ieder dat het nooit getwijfeld heeft aan de noodzakelijkheid van eene goede nationale verdediging, wijl het zich het tijdperk van de oorlogen der revolutie herinnerde en als tegenstelling, die van 1870 en 1914.

De neutrale wordt, met uitzondering van Denemarken, niet rechtstreeks bedreigd met een aanval waarvan hij het eenige onderwerp is, maar Zwitserland vooral weet, dat het het knooppunt der groote continentale wegen van het Zuiden beheerscht; de objectieve verschillen tusschen de neutralen zijn dus op dit punt zeer belangrijk.

Daarentegen hebben deze vijf staten, al mogen zij verschillende belangen hebben wat betreft hun nationale verdediging, hetzelfde belang om den bewapeningswedloop te zien eindigen, een gecontroleerd plan van beperking van bewapening te zien slagen en de aan de wapenfabricage en -handel gelaten vrijheid aan banden te zien gelegd; zij zien vooral in de beperking der bewapening een vermindering van de aanvallende en een versterking van de defensieve strijdkrachten. Maar zij weten aan den anderen kant, dat hun actie op dit gebied aan grenzen is gebonden; zij kunnen de onderhandelingen door eene tegemoetkomende houding vergemakkelijken, maar zij kunnen niet, zelfs niet met hun vijven, den beslissenden invloed uitoefenen die uitgaat van de houding, welke Engeland zal aannemen in het Fransch-Duitsche duel.

Men zou wellicht meenen, dat deze voorstanders van verplichte arbitrage, dat deze neutralen die gespeend zijn van alle strijdlustigheid, zich a priori zouden verklaren ten gunste van een internationaal regime van militaire en economische sancties; in werkelijkheid hebben zij echter niet opgehouden het bij het Pacte geregelde regime der sancties

1) Op. cit. p. 23.

W. B. II. 1934- 18