DE PHYSICA VAN HET HEELAL.

155

electronen zijn de gekleurde stippen, die het beeld van den ruimte-tijd-achtergrond naar voren brengen. Hoe ver wij ook in den tijd teruggaan, nooit komen wij tot de schepping van de afbeelding, maar alleen tot den rand ervan; de oorsprong van de afbeelding ligt zoo ver buiten den rand van de afbeelding, als de scheppende kunstenaar zich buiten het linnen bevindt. Zoo beschouwd lijkt de bepaling van de schepping van het heelal in de ruimte en den tijd, op een poging om den schilder en de handeling van het schilderen te willen ontdekken door zich naar den rand van de afbeelding te begeven. Dit brengt ons zeer dicht tot de wijsgeerige stelsels, die het heelal als gedachte in den geest van zijn Schepper opvatten en zoo iedere bepaling van de stoffelijke schepping doen vervallen.

Deze standpunten zijn beide onaantastbaar, maar ditzelfde geldt van het standpunt van den eenvoudigen mensch, die, in de meening, dat het voor het menschelijk verstand onmogelijk is, het geheele plan van den bouw van het heelal te verstaan, besluit met zijn eigen bemoeiingen aan deze zijde van de schepping der materie te blijven.

ATOOMOMZETTINGEN.

De omzetting van uraan in lood en helium beteekent een verlies aan energie, maar bij de lichtere elementen heeft de energie-verandering in omgekeerde richting plaats. Vier waterstofatomen zijn rijker, niet armer aan massa dan een heliumatoom, zoodat hun hoeveelheid energie grooter is. Zoo kan helium nooit vanzelf in waterstof uiteenvallen, terwijl vier atomen waterstof zich vanzelf tot een atoom helium kunnen vereenigen. Ze kunnen zich niet anders dan spontaan verbinden, uitgezonderd misschien door een zeldzaam toeval, daar de temperatuur, waarbij deze omzetting plaats heeft, 64000 millioen graden, hooger is dan welke temperatuur ook, die in het heelal voorkomt. Of ze zich ooit, zelfs spontaan, vereenigen, blijft een open vraag, waarover de meeningen verdeeld zijn. Millikan nam indertijd aan, dat dit verschijnsel de oorsprong zou zijn van de doordringende stralen, die onze aarde van de wereldruimte uit treffen,