DE VEILIGHEID IN HET GEBIED VAN DEN STILLEN OCEAAN

door Groot-Britannië (hetgeen vreemde vlootbases dichter bij zijn deur zou brengen). Groot-Britannië en de Vereemgde Staten vreesden, dat Japan zijn invloedssfeer op het vasteland van Azië zou uitbreiden en zoo de vrijheid van hun landslieden om in China handel te drijven zou bedreigen. De Vereenigde Staten gevoelden zich verontrust door de Anglo-Japansche alliantie. Daar kwam nog de mogelijkheid bij, dat Japan de onder zijn toezicht gestelde eilanden m den Stillen Oceaan zou versterken.

Het is niet duidelijk, of het denkbeeld om de algemeene Pacific-problemen in de agenda op te nemen, te danken was aan het initiatief van Groot-Britannië of aan dat van de Vereenigde Staten (de voorafgaande correspondentie is niet openbaargemaakt). Maar het is zeker, dat Groot-Bntanme deze gelegenheid gaarne aangreep om te zorgen voor een ruimere basis van samenwerking met Japan, en eene, waardoor het minder gebonden zou zijn dan het geval was geweest door het Anglo-Japansche verdrag, dat toen op het punt was te expireeren. De Anglo-Japansche Alliantie was gevormd in 1902, en verruimd en uitgebreid m 1905 en 1911. Haar strekking was eerst om Britsch-Indië en Mandsjoerije te beschermen tegen eenige inbreuk van Russische zijde, en later om het wassende getij van den Russischen invloed in het Verre Oosten te keeren. Het verzwakken van de Russische en de Duitsche militaire macht als gevolg van den wereldoorlog liet de alliantie zonder een bepaald doel. Volgens haar bewoordingen bleek zij ook zich te kunnen doen gelden tegen de Vereenigde Staten, al constateerde zoowel de Britsche als de Japansche Regeering beide officieel, dat Groot-Britannië niet verplicht zou zijn Japan bij een oorlog met Amerika te helpen. Toch bleek het tijdelijk elimmeeren van Rusland als militaire macht de Vereenigde Staten m diens plaats te stellen, nu deze blijkbaar de meest in aanmerking komende staat was, waarmede Japan in conflict zou kunnen komen. Zoo waren de Britten blij dat zij de beëindiging, vooropgesteld dat tot dien stap kon worden overgegaan zonder Japan te kwetsen, in beschouwing konden nemen van een overeenkomst, die meer verplichtingen dan steun inhield, vooral omdat zulk een stap door de Ver-

3

W. B. I. 1935-