DE JOODSCHE TRAGEDIE

van het nieuwe Reich, verbannen zelfs van vele herstellingsoorden, parken en badplaatsen, zijn de Joden gedreven in een onzichtbaar Ghetto, waarin zij, terwijl hun rassen- en godsdienstig bewustzijn is verdiept, de troost en de inspiratie van de Duitsche cultuur zoeken. Zij hebben hun eigen Kulturbund gesticht en tooneelgezelschappen en orchesten opgericht, wier uitvoeringen geen „Ariërs" mogen bijwonen. Maar hun wordt niet toegestaan hun kapotgeslagen levens in vrede opnieuw op te bouwen, daar zij onderworpen zijn aan een voortdurende opeenvolging van hoon en beleediging. De weerzinwekkendste aanval bestond in het speciale,, Ritueller Mord"-nummer van „Der Stürmer", een vreeselijk opnieuw opgedischt verhaal van middeleeuwsche en ongegronde beschuldigingen, met pornografische en sadistische illustraties, welk nummer zelfs bij de Nazi-autoriteiten zulk een walging verwekte dat de verkoop in Berlijn verboden werd, opdat het niet in handen van vreemdelingen zou vallen. Het werd later in beslag genomen onder het voorwendsel, dat het een aanval op het Christendom bevatte, maar het „Israelitisches Familienblatt", dat een weerlegging van den gemeenen laster bevatte, werd verboden; „Die Protokollen der Aeltesten Zions", dat verderfelijke product der verbeelding, is nog steeds in omloop als een nieuw evangelie, maar een Zwitsersche brochure, waarin bewezen werd dat alles uit den duim was gezogen, werd verboden.

En de aanrandingen bepalen zich niet tot hetgeen in druk verschijnt. Meer dan twaalf maanden lang zijn aanvallen gedaan op Joodsche huizen, winkels en synagogen, als vervolg op de gewelddadigheden, die het optreden van het Nazi-bewind kenmerkten. Te Mannheim, Arnswalde (tusschen Brandenburg en Pommeren), Beverungen (Westfalen) en Jülich (Rijnland) hebben Nazi's synagogen beschadigd en ontwijd en wetsrollen verscheurd. De uitspattingen zijn zelfs tegen de dooden voortgezet, kerkhoven zijn door vandalen geschonden te Deckstein (Keulen), Kettwig (Rijnland), Paderborn, Flieder en Hamburg1), terwijl onder de te Ham-

i) Te Deckstein werden 121 grafsteenen beschadigd, te Kettwig 30, te Paderborn 54, te Flieder 6 en te Hamburg 19, alles in ééne week, en 96 in de