DE KOLONIALE POLITIEK VAN HET NIEUWE ITALIË

Tripolis, bereikt men het Tsjadmeer en daarmede het noordelijkste punt van Kameroen. Het was de Fransche gouverneur Roume, die in 1932 de meening verkondigde, dat Italië naar het Tsjadmeer doordrong en er over dacht Kameroen te verkrijgen. Reeds meende men in Frankrijk daarin een argument te vinden om den bouw van den Trans-Saharaspoorweg te bespoedigen. Het is een interessante gedachte, zich een rechtstreeksche verbinding van de Syrte via Kameroen met de talrijke Italiaansche nederzettingen in ZuidAfrika voor te stellen. In een belangrijk Italiaansch werk over Afrika x)wordt de meening geuit, dat een ruil der producten van tropisch Kameroen met die uit het gebied der Syrte niet alleen aan Italië voordeel zou brengen. De meening, dat Italië bij het Verdrag van Versailles niet de verwachte belooning voor zijn deelneming aan den Wereldoorlog heeft ontvangen, hebben de Italianen nooit onder stoelen en banken gestoken. Er was toch aan dit land in 1915 te Londen een compensatie toegezegd in het geval Engeland en Frankrijk hun koloniaal bezit ten koste van Duitschland zouden vergrooten. De zinspeling op Kameroen is echter onlangs door den gezienen staatsman Angelo Vecchio-Verderame weerlegd. In overeenstemming met de staatkunde van den Duce stelt hij vast, dat het overdragen van het mandaat over Kameroen aan Italië niet in de lijn der politiek van zijn regeering zou liggen. „In elk geval schijnt het ons doelmatig te herhalen, dat Italië zelfs niet in den droom er aan denkt in het bezit van Kameroen te geraken".2) Het zou de bedoeling van Frankrijk zijn voor de Duitsche verlangens een nieuw redres te verkrijgen. Italië echter wenscht elk debat, zelfs van den meest vriendschappelijken aard, met Duitschland te vermijden; aan Italië's koloniaal streven zou met de verwerving van tropisch Kameroen niet voldaan zijn.

1) P. D'Agostino Orsini di Camerota en A. B. Pellegrineschi, Che cosa è 1'Africa, dl. I, Rome 1931.

2) Angelo Vecchio-Verderame: Koloniale Entschadigungen für Italien (Deutsche Kol. Zeitung, 45. Jahrg., Hit, 10, 1 Oct. 1933).